59
NL/BE
INSTELLING VAN HET VOORALARM
• Het vooralarm [
˚
C
s
] kan ingesteld worden als het alarm voor weekdagen [
˚
C
s
] of enkele
dagen [
˚
C
s
] ingesteld is.
• Druk 3 seconden op de
[SET]
knop, nadat u in de instellingsmodus van het vooralarm in deweerga-
vemodus “P-ALM” [
˚
C
s
] heeft ingevoerd.
• Het getal 15 knippert, en dit betekent dat dit vooralarm 15 minuten voor het weekdagalarm of het
enkelalarm af zal gaan.
• Kies met de [
▲
] of [
▼
] knop het vooralarm met een interval tussen 15 en 90 minuten.
• Druk op de
[SET]
knop om de instelling te bevestigen en te verlaten.
WEERGAVE BATTERIJVERMOGEN
Zodra de batterijen vervangen moeten worden zal het vermogen van de betreffende batterijen van het
weerstation of de buitensensor op het display worden weergegeven (zie grafiek).
Weergave batterijvermogen buiten-
sensor
Weergave batterijvermogen weerstation