51
NL/BE
Als het Meteotime-symbool naar overspringt
betekent dit dat er zich mogelijke storingsbronnen in
de buurt van het weerstation bevinden. Storingsbronnen kunnen ontstaan door elektronische apparaten
zoals televisies, computers, huishoudelijke apparaten etc. Ze kunnen ook door beton, metaal of elektri-
sche toestellen in het gebouw veroorzaakt worden. Ook kan een te grote afstand tot de dichtstbijzijnde
radiotoren de oorzaak zijn.
U kunt de TEST-functie gebruiken om een betere locatie voor het station te vinden.
• Als u op de
[TEST]
knop drukt geeft het informatiedisplay de melding
“SCAN”
(ONTV. TEST ) weer.
• Pak het weerstation op en zoek een geschikte locatie.
• knippert: De test wordt uitgevoerd en de Meteotime-ontvangst is goed. U kunt het toestel op
deze plek laten staan.
knippert: de test werkt maar de Meteotime-ontvangst is zwak. U dient verder te zoeken naar een
betere locatie.
• De test duurt ongeveer 1 minuut. U kunt de test met de
[TEST]
knop starten en ook altijd de test
beëindigen door de
[TEST]
knop nogmaals in te drukken.
• SCAN: de kwaliteit van de ontvangst wordt met een getal van 1 (=heel slecht) tot 9 (heel goed)
weergegeven.
STAD AANPASSEN
ALARM
TIJD & DATUM
• Nadat u de batterijen heeft geplaatst zoekt het weerstation zowel naar het radiosignaal voor de
tijdsweergave als het Meteotime-signaal. Als het station het Meteotime-signaal ontvangt geeft het
informatievenster standaard de stad “
“ weer.
• U kunt de
[SET]
knop gebruiken om tussen de weergave van de stad, het weekdagalarm, enkelal-
arm of vooralarm, tijd en datum te wisselen.