![Bosch 0 986 613 925 Скачать руководство пользователя страница 106](http://html.mh-extra.com/html/bosch/0-986-613-925/0-986-613-925_original-instructions-manual_40623106.webp)
1 689 989 210
2015-10-20
|
Robert Bosch GmbH
106 | Diesel Set 3.1 | Controle
nl
5. Onderhoud
5.1
Onderhoud
De componenten van de dieselset moeten met regelma-
tige tussenpozen worden gecontroleerd en gereinigd.
5.1.1
Hogedrukslangen vervangen
¶
Blauwe hogedrukslangen na 3 jaar vervangen.
¶
Vervang de zwarte hogedrukslangen na 6 jaar.
!
De hogedrukslangen moeten na afloop van de geno-
emde termijn worden vervangen, ook wanneer geen
veiligheidsrelevante gebreken zichtbaar zijn.
Hogedrukslangen altijd zorgvuldig behandelen en voor
gebruik controleren. Hogedrukslangen moeten direct
worden vervangen, wanneer bij de controle beschadi-
gingen worden geconstateerd.
5.1.2
Schroefdraad van hogedrukslangen
controleren
¶
Schroefdraad van de wartelmoeren regelmatig op
beschadiging controleren.
¶
Beschadigde wartelmoeren vervangen.
5.1.3
Schroefdraad van druksensor en
verzamelrail controleren
¶
Controleer het schroefdraad van de aansluitingen
regelmatig op beschadiging.
¶
Bij beschadigd schroefdraad de druksensor (afb. 1,
pos. 12) respectievelijk de verzamelrail (afb. 1,
pos. 23) vervangen.
!
Druksensor en verzamelrail zijn veiligheidskritische
delen en mogen alleen als geheel worden vervangen.
5.1.4
Druksensor en verzamelrail
controleren
1.
Controleer de druksensor en de verzamelrail regel-
matig visueel op de aansluitingen op lekkage.
2.
Raildruksensor en drukbegrenzingsventiel van de
druksensor regelmatig door visuele inspectie op
lekkage controleren.
3.
Controleer of uit de retouraansluiting van de druk-
sensor brandstof ontsnapt. In dit geval is het druk-
begrenzingsventiel van de druksensor defect.
!
Druksensor en verzamelrail zijn veiligheidskritische
delen en mogen alleen als geheel worden vervangen.
4.2.3
Raildruksensor – vergelijkingstest
1.
Systeemdianosetester (bijvoorbeeld Bosch KTS
5XX/6XX), met de diagnoseaansluiting van het voer-
tuig verbinden.
2.
In het programme van de diagnosetester de actuele
raildruk-/sensordrukwaarde oproepen.
3.
Motor laten draaien en verschillende toerentallen
innemen (via mogelijk testprogramma of via pedaal-
bediening).
i
De startfase is langer, omdat de slangleiding eerst
moet worden gevuld!
Analyse van de drukindicatie:
Druk is
lager dan
100 MPa
:
"
De getoonde waarden in de drukindicatie mogen ma-
ximaal 7 MPa (70 bar) van elkaar afwijken.
Druk ligt tussen
100 en 180 MPa
:
"
De getoonde waarden in de drukindicatie mogen ma-
ximaal 10 MPa van elkaar afwijken.
Wanneer de toegestane afwijking wordt oversch-
reden, dan moet de raildruksensor van het voer-
tuig worden vervangen.
"
Wanneer door een nieuwe raildruksensor de fout niet
wordt opgelost, ga dan verder volgens de foutzoek-
handleiding van het voertuig (bijvoorbeeld Bosch
ESI[tronic]).
4.2.4
Druksensor demonteren
!
Het contact moet zijn uitgeschakeld, voordat de
druksensor wordt gedemonteerd.
!
Aanwijzing van het digitale drukindicatie-apparaat mag
geen druk aanwijzen.
!
De eerste aansluiting van de slangleiding langzaam
losmaken om mogelijke drukpieken af te bouwen.
Plaats daarvoor een pluisvrije doek om de aanslui-
ting en gereedschap.
1.
Verwijder de slang van de rail.
2.
Verwijder de druksensor.
3.
Verwijder het digitale drukindicatie-apparaat.
4.
Nieuwe hogedrukleiding op de rail en injector bevesti-
gen.
!
Montage-instructies en aandraaimoment conform de
specificaties van de leverancier aanhouden.
5.
Motor laten draaien en de leidingkoppelingen cont-
roleren op lekkage.
6.
Visuele inspectie op lekdichtheid uitvoeren na een
testrun.