Gebruiksaanwijzing
122
INSTELLING
TUSSENPOSITIE, VENTILATIE/KANTELEN, Prog1 EINDSTAND
(Tijd/ Standprogrammering)
1. De menu-items VAKANTIE/LICHTSENSOR zijn bevestigd. TUSSENPOSITIE verschijnt.
2. Met de
+/-
toets kan de looptijd naar de TUSSENPOSITIE worden ingesteld. De opgave
van de looptijd vindt plaats in seconden of u loopt naar de TUSSENPOSITIE met de
NEER-/OP-toets vanuit de bovenste eindstand.
3. Bevestig met
OK
.
4. Gebruik de
+/-
-toets om de looptijd naar VENTILATIE/KANTELEN in te stellen. De
looptijd wordt opgegeven in seconden of loop naar VENTILATIE/KANTELEN met de OP-
/NEER-toets vanuit de onderste eindstand. Bevestig met
OK
.
5. Het menu-item VENTILATIE/KANTELEN is bevestigd. PROG 1 EINDSTAND / PROG 1
TUSSENPOSITIE of PROG 1 VENTILATIE/KANTELEN verschijnt.
6. Gebruik de
+/-
toets om te kiezen tussen PROG 1 EINDSTAND, PROG 1 TUSSENPOSITIE
en PROG 1 VENTILATIE/KANTELEN.
7. Bevestig de keuze met
OK
.
8. De functie PROG 1 EINDSTAND is nu ingesteld.
9. Lees voor meer programmering verder in het MENU INSTELLING.
TUSSEN-
STAND
VENTILATIE
(WENDING)
PROG 1
EINDSTAND
PROG 1
TUSSEN-
STAND
PROG 1
VENTILATIE