NL 27
Veiligheidsvoorschriften installatie
De aansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale
•
voorschriften.
Het toestel moet altijd geaard zijn.
•
Alleen een erkend elektrotechnisch installateur mag dit toestel
•
aansluiten.
Schade ontstaan door verkeerd aansluiten, verkeerd inbouwen of
•
verkeerd gebruik valt niet onder de garantie.
Op het label aan de achterzijde van dit toestel vindt u de totale
•
aansluitwaarde, het vereiste voltage en de frequentie.
Plaatsing
Plaats de kookplaat op een vlakke, stabiele, horizontale
•
ondergrond.
Houd minstens 2,5cm vrije ruimte rondom the kookplaat.
•
Na plaatsing moet de wandcontactdoos of schakelaar (in geval van
•
een vaste aansluiting) altijd bereikbaar zijn.
De muren en het werkblad rond het toestel moeten hittebestendig
•
zijn tot een temperatuur van minimaal 85 ˚C. Ook al wordt het
toestel zelf niet heet, de warmte van een hete pan kan de muur
verkleuren of vervormen.
De aansluitkabel mag niet in aanraking komen met onderdelen
•
die heet kunnen worden.
Plaats geen (licht) ontvlambare of vervormbare voorwerpen onder,
•
of in de directe nabijheid van de kookplaat.
Algemeen
INSTALLATIEVOORSCHRIFT