
1.
1.
1.
1.
1.
Voer de Installateurscode in.
Druk dan op de “#” toets.
2.
2.
2.
2.
2.
Toets ”9” in.
3.
3.
3.
3.
3.
Voer een gebruikersnummer
in, dat een tweecijferig getal
moet zijn tussen 01 en 99
(bijvoorbeeld,
gebruikerscode 2 is “02”).
4.
4.
4.
4.
4.
Druk op de ”
K
” -toets.
5.
5.
5.
5.
5.
Verlaat het programma door
op de ”#” -toets te drukken.
9
1.
1.
1.
1.
1.
Voer de Installateurscode in.
Druk dan op de “#” toets.
2.
2.
2.
2.
2.
Toets ”4” in.
3.
3.
3.
3.
3.
Voer het tweecijferige
gebruikersnummer in, dat
moet liggen tussen 01 en 99
(bijvoorbeeld,
gebruikerscode 2 is “02”).
4.
4.
4.
4.
4.
Voer ”1” in om de Aan/
uitschakelfunctie te
activeren voor dit
gebruikersnummer. Voer
dan ”0” in om de Aan/
uitschakelfunctie te de-
activeren voor dit
gebruikersnummer.
5.
5.
5.
5.
5.
Druk op de ”
K
” -toets.
6.
6.
6.
6.
6.
Voor het beëindigen van het
programma drukt u op de ”#”
-toets.
A
A
A
A
A
LLE
LLE
LLE
LLE
LLE
PIN-
PIN-
PIN-
PIN-
PIN-
CODES
CODES
CODES
CODES
CODES
OF
OF
OF
OF
OF
KAARTEN
KAARTEN
KAARTEN
KAARTEN
KAARTEN
UITWISSEN
UITWISSEN
UITWISSEN
UITWISSEN
UITWISSEN
1.
1.
1.
1.
1.
Voer de Installateurscode in.
Druk dan op de “#” toets.
2.
2.
2.
2.
2.
Toets ”8” in, gevolgd door
“99”.
3.
3.
3.
3.
3.
Druk op de”
K
” -toets.
4.
4.
4.
4.
4.
Verlaat het programma door
op de ”#” -toets te drukken.
De gele LED licht op en een lange
pieptoon weerklinkt.
Er klinken twee korte pieptonen.
Er klinkt een korte pieptoon en de
gele LED gaat uit.
E
E
E
E
E
ÉN
ÉN
ÉN
ÉN
ÉN
GEBRUIKERSNUMMER
GEBRUIKERSNUMMER
GEBRUIKERSNUMMER
GEBRUIKERSNUMMER
GEBRUIKERSNUMMER
UITWISSEN
UITWISSEN
UITWISSEN
UITWISSEN
UITWISSEN
De gele LED licht op en een lange
pieptoon weerklinkt.
Bij elke toetsaanslag klinkt een korte
pieptoon.
Er klinkt een korte pieptoon na elke
toetsaanslag.
Er klinken twee korte pieptonen.
Er klinkt een korte pieptoon en de
gele LED gaat uit.
1.
1.
1.
1.
1.
Druk op de ”0” toets.
2.
2.
2.
2.
2.
Voer Installateurscode ”00”
in.
3.
3.
3.
3.
3.
Voer een nieuwe
Installateurscode in. De
code moet liggen tussen 1
en 8 cijfers.
4.
4.
4.
4.
4.
Bevestig de code door op
”
K
” te drukken.
5.
5.
5.
5.
5.
Verlaat het programma door
op de ”#” -toets te drukken.
Het programma kan te allen tijde
beëindigd worden door op de ”#”
toets te drukken.
De gele LED op het bediendeel
ACL599 gaat aan, waarna een aantal
pieptonen klinken.
Er worden twee korte pieptonen
afgegeven door het ACL599
bediendeel.
B
B
B
B
B
EËINDIGEN
EËINDIGEN
EËINDIGEN
EËINDIGEN
EËINDIGEN
V
V
V
V
VAN
AN
AN
AN
AN
HET
HET
HET
HET
HET
PROGRAMMA
PROGRAMMA
PROGRAMMA
PROGRAMMA
PROGRAMMA
Aan- en uitschakelen is alleen mogelijk indien de ACL599 gecombineerd
wordt met een tweede ACL700 proximity-lezer en kaarten of
proxsleutels.
P
P
P
P
P
ROGRAMMEREN
ROGRAMMEREN
ROGRAMMEREN
ROGRAMMEREN
ROGRAMMEREN
V
V
V
V
VAN
AN
AN
AN
AN
A
A
A
A
A
AN
AN
AN
AN
AN
/////
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
VOOR
VOOR
VOOR
VOOR
VOOR
EEN
EEN
EEN
EEN
EEN
GEBRUIKER
GEBRUIKER
GEBRUIKER
GEBRUIKER
GEBRUIKER
Programmeer eerst gebruikers van kaarten zoals hierboven
beschreven. Zie: ”Programmeren van een kaart of proxsleutel”.
T
T
T
T
T
OEKENNEN
OEKENNEN
OEKENNEN
OEKENNEN
OEKENNEN
V
V
V
V
VAN
AN
AN
AN
AN
EEN
EEN
EEN
EEN
EEN
A
A
A
A
A
AN
AN
AN
AN
AN
/////
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
EEN
EEN
EEN
EEN
EEN
GEBRUIKER
GEBRUIKER
GEBRUIKER
GEBRUIKER
GEBRUIKER
De gele LED licht op en een lange
pieptoon weerklinkt.
Er klinkt een korte pieptoon.
Bij elke toetsaanslag wordt een korte
pieptoon afgegeven.
Er klinken twee korte pieptonen op
het bediendeel en op de lezer. Relais
2 zal worden geactiveerd indien een
kaart of een proxsleutel gedurende
ongeveer 3 seconden wordt
aangeboden aan de proximity lezer.
Indien Relais 2 is geactiveerd, is
Relais 1 geblokkeerd.
Er klinken twee korte pieptonen.
Er klinkt een korte pieptoon en de
gele LED gaat uit.
1.
1.
1.
1.
1.
Voer de Installateurscode in.
Toets en dan ”#”.
2.
2.
2.
2.
2.
Toets ”7” in.
3.
3.
3.
3.
3.
Ken het relais toe aan de
Uitgangsknop:
Druk op ”1” voor relais 1
Druk op ”2” voor relais 2
Druk op “1” en ”2” voor
beide relais 1 en 2
4.
4.
4.
4.
4.
Druk op de ”
K
” -toets.
5.
5.
5.
5.
5.
Voor het beëindigen van het
programma drukt u op de ”#”
-toets.
De gele LED licht op en een lange
pieptoon weerklinkt.
Er klinkt een korte pieptoon
Bij elke toetsaanslag klinkt er een
korte pieptoon.
Er klinken twee korte pieptonen.
Er klinkt een korte pieptoon en de
gele LED gaat uit.
Hiermee worden alle codes/kaarten verwijderd.
Hiermee worden alle codes/kaarten verwijderd.
Hiermee worden alle codes/kaarten verwijderd.
Hiermee worden alle codes/kaarten verwijderd.
Hiermee worden alle codes/kaarten verwijderd.
C
C
C
C
C
ODES
ODES
ODES
ODES
ODES
/////
KARTEN
KARTEN
KARTEN
KARTEN
KARTEN
WISSEN
WISSEN
WISSEN
WISSEN
WISSEN
Hiermee wordt één code/kaart verwijderd.
Hiermee wordt één code/kaart verwijderd.
Hiermee wordt één code/kaart verwijderd.
Hiermee wordt één code/kaart verwijderd.
Hiermee wordt één code/kaart verwijderd.
A
A
A
A
A
AN
AN
AN
AN
AN
/////
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
UITSCHAKELFUNCTIE
P
P
P
P
P
ROGRAMMEREN
ROGRAMMEREN
ROGRAMMEREN
ROGRAMMEREN
ROGRAMMEREN
V
V
V
V
VAN
AN
AN
AN
AN
EEN
EEN
EEN
EEN
EEN
UITGANGS
UITGANGS
UITGANGS
UITGANGS
UITGANGS
DRUKKNOP
DRUKKNOP
DRUKKNOP
DRUKKNOP
DRUKKNOP
Attentie:
Attentie:
Attentie:
Attentie:
Attentie:
Een aantal opeenvolgende pieptonen geven aan dat u onjuiste
toetsaanslagen of ander onjuiste handelingen hebt verricht.
NL
NL
NL
NL
NL
De gele LED op het ACL599
bediendeel gaat uit en er klinkt een
korte pieptoon.
Bij elke toetsaanslag klinkt er een
korte en een lange peiptoon.
1.
1.
1.
1.
1.
Sluit de voedingsspanning
van het bediendeel af.
2.
2.
2.
2.
2.
Zet Jumper J1 in positie
”AAN”. Zie de afbeelding
van de aansluitingen.
3.
3.
3.
3.
3.
Sluit het bediendeel weer op
de voedingsspanning aan.
4.
4.
4.
4.
4.
Zet Jumper J1 terug in
positie ”UIT”.
5.
5.
5.
5.
5.
Bepaal de Installateurscode.
H
H
H
H
H
ET
ET
ET
ET
ET
WIJZIGEN
WIJZIGEN
WIJZIGEN
WIJZIGEN
WIJZIGEN
V
V
V
V
VAN
AN
AN
AN
AN
DE
DE
DE
DE
DE
I
I I
I
I
NST
NST
NST
NST
NSTALLA
ALLA
ALLA
ALLA
ALLATEURSCODE
TEURSCODE
TEURSCODE
TEURSCODE
TEURSCODE
Voorbeeld
Voorbeeld
Voorbeeld
Voorbeeld
Voorbeeld
van het programmeren van een
Installateurscode 123456:
Toets in: 0 00
K
123456
K
#
Er klinkt een korte pieptoon en de
gele LED gaat uit.
B
B
B
B
B
EP
EP
EP
EP
EPAAL
AAL
AAL
AAL
AAL
DE
DE
DE
DE
DE
I
I I
I
I
NST
NST
NST
NST
NSTALLA
ALLA
ALLA
ALLA
ALLATEURSCODE
TEURSCODE
TEURSCODE
TEURSCODE
TEURSCODE