46
RT1
30
29
32
25 26 27
28
31
7
12
11
10
9
18
8
7
5
23
22
24
1
2
13
3
4
6
20
14 15
17
19
16
21
6
8 9 10
5
4
3
2
1
CN4
CN22
CN5
S3
DIS1
CN24
CN1
CN2
CN6
CN8
CN13
CN15
CN16
CN18
CN28
S2
CN42
CN21
S1
S4
CN11
CN7
CN17
CN19
CN30
CN35
CN14
CN31
CN36
CN25
CN29
CN40
CN41
CL
COM
HT
EVU
SG
COM
RT1
30
29
32
25 26 27 28
31
7
12
11
10
9
18
8
7
5
23
22
24
1
2
13
3
4
6
20
14 15
17
19
16
21
6
8 9 10
5
4
3
2
1
CN4
CN22
CN5
S3
DIS1
CN24
CN1
CN2
CN6
CN8
CN13
CN15
CN16
CN18
CN28
S2
CN42
CN21
S1
S4
CN11
CN7
CN17
CN19
CN30
CN35
CN14
CN31
CN36
CN25
CN29
CN40
CN41
CL
COM
HT
EVU
SG
COM
CN32
SW9
CN32
SW9
Er zijn afhankelijk van de toepassing 3 methoden om de
thermostaatkabel aan te sluiten (zoals beschreven in de
bovenstaande afbeelding).
Methode A
(Modus in. regeling)
RT kan de verwarming en koeling afzonderlijk aansturen, zoals de
controller voor 4-leidings-FCU. De hydraulische module is
verbonden met de externe temperatuurcontroller, terwijl het
bedieningspaneel VOOR ONDERHOUDSMONTEUR de
KAMERTHERMOSTA. op MODUS IN.
A.1 Het apparaat gaat over in de koelmodus wanneer het apparaat
een spanning detecteert van 12 VDC tussen CL en COM.
A.2 Het apparaat gaat over in de warmtemodus wanneer het
apparaat een spanning detecteert van 12 VDC tussen HT en COM.
A.3 Het apparaat stopt met de ruimteverwarming of -koeling
wanneer het apparaat een spanning detecteert van 0 VDC voor
beide zijden (CL-COM HT-COM).
A.4 Het apparaat verlaat de koelmodus wanneer het apparaat een
spanning detecteert van 12 VDC voor beide zijden (CL-COM
HT-COM).
Methode B
(Eén-zoneregeling)
RT geven het schakelsignaal door aan het apparaat.
Bedieningspaneel VOOR ONDERHOUDSMONTEUR stelt
KAMERTHERMOSTA. in op ÉÉN ZONE
B.1 Het apparaat schakelt zich in wanneer het apparaat een
spanning detecteert van 12 VDC tussen HT en COM.
B.2 Het apparaat schakelt zich uit wanneer het apparaat een
spanning detecteert van 0 VDC tussen HT en COM.
Methode C
(Dubbele zoneregeling)
De hydraulische module is verbonden met twee
kamerthermostaten, terwijl het bedieningspaneel VOOR
ONDERHOUDSMONTEUR de KAMERTHERMOSTA. op
DUBBEL ZONE instelt:
C.1 Zone 1 schakelt zich in wanneer het apparaat een spanning
detecteert van 12 VDC tussen HT en COM, en schakelt zich uit bij
een gedetecteerde spanning van 0 VDC tussen HT en COM.
CL
HT
COM
RT1
VOEDING
IN
RT2
VOEDING
IN
30
29
32
25 26 27 28
31
7
12
11
10
9
18
8
7
5
23
22
24
1
2
13
3 4
6
20
14 15
17
19
16
21
6
8 9 10
5
4
3
2
1
CN4
CN22
CN5
S3
DIS1
CN24
CN1
CN2
CN6
CN8
CN13
CN15
CN16
CN18
CN28
S2
CN42
CN21
S1
S4
CN11
CN7
CN17
CN30
CN35
CN31
CN36
CN25
CN29
CN40
CN41
CL
COM
HT
EVU
SG
Methode C
zone1
zone2
(Dubbele zoneregeling)
CN32
SW9
Methode C
Dubbele zoneregeling
De hydraulische module is verbonden met twee kamerthermostaten,
terwijl het bedieningspaneel VOOR ONDERHOUDSMONTEUR de
KAMERTHERMOSTA. op DUBBEL ZONE instelt:
C.1 Zone 1 schakelt zich in wanneer het apparaat een spanning
detecteert van 230 VAC tussen H en L1, en schakelt zich uit bij een
gedetecteerde spanning van 0 VAC tussen H en L1.
C.2 Zone 2 schakelt zich in volgens de klimaattemp.curve wanneer het
apparaat een spanning detecteert van 230 VAC tussen C en L1. Zone 2
schakelt zich uit wanneer het apparaat een spanning detecteert van 0
VAC tussen C en L1.
C.3 Het apparaat schakelt zich in wanneer het apparaat H-L1 en C-L1
detecteert als 0 VAC.
C.4 Zone 1 en Zone 2 schakelen zich beide in wanneer het apparaat
H-L1 en C-L1 detecteert als 230 VAC.
Kamerthermostaat type 2 (laagspanning):
VOEDING
IN
Methode A
CL
HT
(Modus in. regeling)
VOEDING
IN
Methode B
HT
(Eén-zoneregeling)
Содержание AW-WHPMA04-H91
Страница 2: ......
Страница 3: ......
Страница 24: ...19...
Страница 76: ...71...
Страница 86: ...20 21...
Страница 89: ...NOTE...
Страница 173: ...NOTE...
Страница 249: ...P6 74...
Страница 257: ...NOTE...
Страница 424: ...NOTE...
Страница 508: ...NOTE...