57
N L
56
N L
3.6 elektronische vergrendeling
Met deze functie kan elke ongewenste ingreep op de bedie-
ningsinterface worden voorkomen. Daarna zijn geen onbedoelde
wijzigingen van modus of van gewenst temperatuurniveau meer
mogelijk.
Druk voor activering van deze functie gedurende 5 seconden tegelijkertijd op
de toetsen
-
en
+
en laat ze los als de vergrendelingsindicator verschijnt.
Bij een volgende druk op een toets gaat deze indicator twee keer knipperen om
aan te geven dat de vergrendeling actief is.
Om deze functie te deactiveren de twee toetsen
-
en
+
tegelijkertijd gedurende
5 seconden indrukken.
De bedieningsinterface wordt vervolgens ontgrendeld en de vergrendelingsin-
dicator verdwijnt.
OPmerKIng:
De moduswijzigingen die door een stuurdraad- of PLC-centrale (niet meegeleverd
met het toestel) worden verzonden, zullen door deze functie niet worden
gedeactiveerd.
Ook is het mogelijk naar de fabrieksinstellingen terug te gaan als de vergrendeling
actief is.
3.7 Terug naar fabrieksinstellingen
beLAngrIJK
U kunt op elk moment teruggaan naar de originele instellingen
(zelfs als de vergrendeling actief is) door eenmaal lang op de toets
RESET
te drukken
met behulp van een voorwerp met een rond uiteinde die geen vuil en vlekken op het
display achterlaat.
Het display toont achtereenvolgens "--" dan "88 8" en keert terug naar haar
startup parameters (zie paragraaf 3.1).
3.4 Afwijkingen
In de geprogrammeerde bedrijfsmodi van uw radiator (P1, P2 en P3, of
AUTO-modus die door een externe centrale wordt aangestuurd), is het mogelijk om
lokaal de werking van uw radiator te wijzigen door het gewenste temperatuurniveau te
veranderen.
De wijziging zal eindigen bij de volgende verandering van bedrijfsmodus door
de radiator of de programmeercentrale.
3.5 Stop het verwarmen
Door toets eenmaal lang in te drukken kunt u het toestel uitzetten.
Als het programma P1,
P2 of P3 in werking is
Als de AUTO-modus
in werking is
1e druk op
-
of
+
● Wijzigt de gewenste
temperatuur
● Het symbool
verschijnt ter
aanduiding van
de wijziging.
● Weergave van de
commando die door de
centrale is gestuurd.
● Als deze knippert,
kan niet van het com-
mando van de centrale
worden gewijzigd (geen
stap 2).
2e druk op
-
of
+
● Wijzigt de gewenste
temperatuur
● Het symbool
verschijnt ter
aanduiding van
de wijziging.
De rADIATOr VerWArmT nIeT