84
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
Instellen van de snijbreedte (XV)
De snijbreedte kan worden ingesteld met behulp van de geleidestang. Door de hendel op te tillen kan de geleidestang aan de rail
op de rand van de tafel worden gestoken en vervolgens worden verplaatst. Het laten zakken van de hendel blokkeert de gelei-
destang. De rail aan de rand van de tafel is voorzien van twee schaalverdelingen die de afstand tussen de geleidestang en het
blad aangeven, afhankelijk van de positie van de geleidestang voor het snijden van dik of dun materiaal.
Instellen van de hoek van de langssnede (XVI)
Schuif de geleidestang voor het instellen van de langshoek in een van de sleuven op de werkbank. Draai de hoekinstelknop los,
stel vervolgens de lengtesnijhoek in en vergrendel de geleidestang in deze positie door de knop vast te draaien.
De geleidestang moet vrij kunnen bewegen in de sleuf van de werkbank, vergrendeld onder de ingestelde hoek.
Let op! Zorg ervoor dat de geleidestang niet in contact komt met de cirkelzaag. De minimale afstand tussen de cirkelzaag en
de geleidestang moet 2 cm bedragen. De geleidestang kan worden bewogen wanneer deze onder een geselecteerde hoek is
vergrendeld. Draai beide bevestigingsschroeven voor de positie van de geleidestang los, verander de positie van de geleidestang
en zet vervolgens de positie van de geleidestang vast door beide bevestigingsschroeven vast te draaien.
De zaag starten
Monteer de zaag en sluit deze aan op een extern afzuigsysteem. Stel de hoek en de snijhoogte in. Monteer en pas de gelei-
destangen aan op het geselecteerde snijtype. Zorg ervoor dat het blad van de cirkelzaag niet in contact komt met een voorwerp.
Druk op de met «O» gemarkeerde schakelaarknop en steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. Ga zo staan dat u
zich niet in het rotatievlak van het blad bevindt en start de zaag door op de schakelaarknop met de aanduiding ‘I’ te drukken.
Laat de cirkelzaag op volle snelheid komen en wacht ongeveer 30 seconden zonder te werken. Als er geen tekenen zijn die wijzen
op een storing, zoals meer lawaai of overmatige trillingen, kunt u beginnen met zagen.
Zagen met de zaag
Let op! U kunt pas beginnen met zagen als de cirkelzaag op volle snelheid is gekomen. Breng geen materiaal aan op een statio-
naire zaag om vervolgens de zaag te starten.
Gebruik bij het snijden van een lang werkstuk zowel aan de invoer- als aan de uitvoerzijde van de werktafel steunen. Dit voorkomt
ongecontroleerde bewegingen van het gesneden materiaal.
Bij het snijden van kleine werkstukken van zodanige afmetingen dat de afstand tussen de hand en het blad minder dan 120 mm
bedraagt, moet een opduwer (XVII) worden gebruikt om het materiaal in de richting van het blad te voeden. De opduwer moet
ook worden gebruikt wanneer het zagen klaar is. De opduwer moet zodanig worden vastgehouden dat hij niet in contact komt met
de cirkelzaag. Vervang een versleten, vernietigde of beschadigde opduwer vóór de aanvang van de werkzaamheden. Houd de
opduwer altijd dicht bij de zaag. De zaag heeft speciale houders voor het opbergen van de opduwer (XVIII).
Gebruik altijd geleidestangen voor het snijden, ze verhogen de veiligheid, maken het werk gemakkelijker en verminderen het
risico op schade aan het materiaal dat wordt gesneden.
Hoe hoger het aantal tanden, hoe hoger de kwaliteit van de snede, het wordt aanbevolen om een schijf met 48 tanden te gebrui-
ken voor het snijden van gelamineerde platen en hard materiaal. Als het materiaal nietjes, spijkers of andere structurele elemen-
ten kan bevatten, moeten cirkelzagen voor het zagen van constructiehout worden gebruikt.
Na afl oop van de werkzaamheden de zaag uitschakelen met de schakelaar, wachten tot het zaagblad volledig is gestopt, vervol-
gens de stekker uit het stopcontact trekken en verdergaan met het onderhoud.
ONDERHOUD, TRANSPORT EN OPSLAG
Na afl oop van de werkzaamheden de werktafel en de behuizing met een zachte borstel met kunststof haren reinigen van spanen
en stof. Een persluchtstroom met een druk van niet meer dan 0,3 MPa mag ook voor dit doel worden gebruikt. Een zachte doek
die licht bevochtigd is met water kan ook gebruikt worden voor het reinigen. Daarna moeten alle gereinigde oppervlakken worden
gedroogd of moet men deze laten drogen. Controleer de doorlaatbaarheid van de ventilatieopeningen en reinig deze zo nodig
met een zachte borstel, een zachte kunststof borstel of een persluchtstroom met een druk van niet meer dan 0,3 MPa. Gebruik
geen scherpe, vooral geen metalen voorwerpen voor het reinigen van ventilatieopeningen. Voor de reiniging geen alcohol, oplos-
middelen, bijtende of schurende middelen gebruiken. Reinig de machine niet met een waterstraal, dompel de machine niet onder
in water of een andere vloeistof.
Alleen transporteren wanneer het product is uitgeschakeld met de stekker uit het stopcontact. Twee personen verplaatsen het
product, door de werkbank of de behuizing van het onderstel vast te pakken. Nooit opheff en aan de verlengstukken van de werk-
tafel. Draag tijdens het verplaatsen beschermende handschoenen.
Bewaar het product in schaduwrijke, droge en goed geventileerde ruimten. De plaats van opslag moet het apparaat beschermen
tegen ongeoorloofde toegang, met name voor kinderen. Voor langdurige opslag is het raadzaam om de cirkelzaag te demonteren
en aan één zijde van het onderstel op te hangen, samen met de sleutels voor de montage van het blad, zoals weergegeven in de
afbeelding (XIX). Voor het opbergen moet het netsnoer aan één zijde van de behuizing (XX) om de beugels worden gewikkeld.