83
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
Allereerst moeten de verlengstukken van de werktafel worden geïnstalleerd. Draai hiervoor de machine met de tafel naar bene-
den en breng vervolgens de tafelverlengstukken aan zodat de randen van de verlengstukken in lijn liggen met de randen van de
werktafel. Bevestig de verlengstukken met behulp van boutverbindingen. Gebruik bouten en moeren om de tafelbladsteunen (II)
aan de randen van de tafel te bevestigen.
Bevestig in de gaten van de hoeken van het onderstel van de zaag met behulp van de basisbouten de poten van het onderstel en
de onderste delen van de steunpoten van het blad (III).
Plaats de rubberen voetjes (IV) op de uiteinden van de poten. De poten hebben in het midden van hun lengte gaten waaraan
dwarsbalken (V) moeten worden bevestigd met schroeven en moeren. Dit komt de stabiliteit van het onderstel ten goede.
Bevestig de extra steunen (VI) aan de achterpoten met bouten en moeren om te voorkomen dat de kettingzaag kantelt.
Let op! De extra steunen moeten worden bevestigd aan de achterpoten aan de tegenoverliggende zijde van de schakelaar.
Plaats de zaag op de poten.
Stel het scheidingsmes in. Hiervoor de bevestigingsschroeven van het tafelinzetstuk (VII) losdraaien. Met behulp van de zaag-
hoogte- en de zaaghoekknop de zaag zo ver mogelijk omhoog trekken en instellen op 0
O
. Controleer de afstand tussen de rand
van het scheidingsmes en de cirkelzaag (VIII). Als dit afwijkt van de afbeelding, draai dan de schroefbevestiging van het mes (IX)
los, plaats het mes en draai vervolgens de schroefbevestiging van het mes stevig vast. Bevestig het tafelinzetstuk.
Bevestig de bescherming van de cirkelzaag (X) aan het gat in het scheidingsmes. De schroefverbinding moet met een zodanige
kracht worden vastgeschroefd dat de afscherming automatisch onder zijn eigen gewicht daalt.
Schuif de slang bij de stofafzuigaansluiting in het deksel en schuif het andere uiteinde van de slang op de zijopening van de
stofafzuiging aan de achterkant van het onderstel (XI).
Let op! Vervang het tafelbladinzetstuk wanneer het versleten, vernietigen of beschadigd is.
Vervangen cirkelzaag
De cirkelzaag wordt met behulp van een schroef en montagefl enzen aan de zaagspindel bevestigd. Verwijder de zaagbladbe-
scherming en het tafelinzetstuk. Houd de externe klemplaat met één sleutel vast en draai de klemschroef voor de cirkelzaag
(XII) met de andere sleutel los. Verwijder de schijf, maak de fi xatiepunten grondig schoon van het tijdens het gebruik ontstane
stof. Bevestig vervolgens de nieuwe schijf met de fl enzen en stevig vastgedraaide schroeven. Installeer het tafelinzetstuk en de
zaagbladbescherming.
Maak met de hand in de beschermende handschoen een paar slagen van de cirkelzaag en zorg ervoor dat de roterende zaag
geen enkel deel van de zaag vastgrijpt. Herhaal de installatie indien nodig.
Let op! Let er bij de montage van de cirkelzaag op dat de draairichtingen op de cirkelzaag en op de zaag dezelfde zijn.
Aansluiting op stofafzuiging
Voor het begin van de werkzaamheden moet de zaag worden aangesloten op een extern afzuigsysteem, bijv. een industriële
stofzuiger. De systeeminlaat moet worden aangesloten op de stofuitlaatslang van de machine. Dit maakt het mogelijk om de
hoeveelheid stof tijdens het werk te verminderen, wat haar effi ciëntie en veiligheid ten goede komt.
Bedieningselementen
Aan/uit-schakelaar wordt gebruikt om de zaag in en uit te schakelen. De knop ‘I’ wordt gebruikt om de zaag in te schakelen en de
knop ‘O’ wordt gebruikt om de zaag uit te schakelen. Voordat u de stekker van het netsnoer op het stopcontact aansluit, moet u
zich ervan vergewissen dat de zaag niet is ingeschakeld, druk op de met «O» gemarkeerde knop en laat vervolgens de knop los.
Overbelastingsbeveiliging - in geval van overbelasting, bijv. te lang werken met maximaal vermogen, stopt de zaag automatisch.
In dit geval wordt de zekeringknop uitgedrukt. Wanneer de overbelastingsbeveiliging in actie treedt, de stekker van de voedings-
kabel uit het stopcontact halen. Wacht minstens 30 minuten tot de motorzaag is afgekoeld, druk vervolgens op de beveiligings-
knop, sluit de motorzaag aan op de stroomvoorziening en start deze opnieuw op.
Snijhoekvergrendeling - losdraaien om de zaaghoek te kunnen veranderen, vastdraaien om de positie van de zaag op de gekozen
hoek te vergrendelen.
Snijhoogte- en snijhoekknop - hiermee kunt u de snijhoogte en de snijhoek instellen. Trek de knop naar u toe en draai vervolgens
met de klok mee om de snijhoogte te verhogen. Door in tegengestelde richting te draaien wordt de snijhoogte verlaagd. Door op
de knop te drukken, zodat het tandwiel in de basis grijpt met het tandwiel dat zich onder de snijhoekschaal bevindt, kunt u de snij-
hoek instellen. Schroef de vergrendeling van de snijhoek los, druk op de knop. Draai aan de knop om de geselecteerde snijhoek
in te stellen. De indicatorpijl van de wijzer geeft op de schaal de ingestelde hoek aan van de dwarsdoorsnede. Draai het slot vast
om de zaag in de ingestelde positie te vergrendelen.
Instellen van de materiaalsnijgeleidestang
De snijgeleidestang maakt twee instellingen mogelijk, afhankelijk van de dikte van het te snijden materiaal. Indien de dikte van het
te snijden materiaal minder dan 25 mm bedraagt, moet de geleidestang horizontaal (XIII) worden ingesteld. Als de dikte van het
te snijden materiaal gelijk is aan of groter is dan 25 mm, moet de geleidestang verticaal (XIV) worden ingesteld. U kunt de positie
van de geleidestang veranderen door twee vleugelmoeren los te draaien, de geleidestang uit de bevestigingsplaat te trekken en
vervolgens de geleidestang in de auto nieuwe positie te schuiven. Door het vastdraaien van de klemmoeren wordt de geleiding
tegen de klemplaat vastgezet.