Als het apparaat met het laadstation is verbonden, knippert het laadsymbool. Dit
geeft aan dat de accu juist wordt opgeladen.
Na eerste installatie blijft de robotmaaier in het laadstation totdat de accu volledig is opgeladen.
Een succesvolle verbinding en laadbeurt betekent dat het laadstation op een gepaste plaats is
geïnstalleerd. Sla de haringen nu volledig in de grond.
Zorg ervoor dat als er draad overblijft deze word afgeknipt, de overgebleven draad mag niet blijven
liggen.
Een signaal kiezen
Opmerking: het standaard signaal is S1, u hoeft het signaal niet te veranderen als er geen
beïnvloeding door andere signalen plaats vindt.
Als uw buur dezelfde robot grasmaaier gebruikt, handhaaf dan een afstand van 0,5 m tussen uw
grensdraad en deze van uw buur om storing tussen beide apparaten te vermijden. Zorg dat uw
dockingstation zich op minstens 10m van de omheiningsdraad van uw buur bevindt en stel beide
apparaten op een verschillend signaal in. Als u een ander signaal wilt kiezen, dient u de
onderstaande procedure te volgen:
1. Druk op de ‚signaal‘-knop op het laadstation, waarna de indicator verandert naar S2.
2. Zet de robotmaaier aan, gebruik de grensselectieknop op het bedieningspaneel, kies het
grensdraadsignaal naar S2.
Garage installatie
Nadat het dockingstation in het gazon is bevestigd, installeert u de garage met het dockingstation.
volg de onderstaande instructies, zoek de positie van de clip onder de garage en de
overeenkomstige onderdelen op de bovenkant van de kolom van het dockingstation.
NL
NL
8
9
S1
S2
S1
S2
S1
S2
>10 m
>10 m
>0.5 m
S1
S2
1
2
1
2
3
4