Installatie
Installatiehandleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de installatie van de robotmaaier. Lees dit hoofdstuk goed door voordat u
met de installatie begint.
Inleiding
Wij raden u aan om een schets van uw gazon te maken met alle obstakels om deze te beschermen.
Dit stelt u in staat om een goede plaats voor uw laadstation te vinden en hoe de omheiningsdraad
juist aan te brengen. U hebt tevens gereedschap nodig, waaronder een hamer, kniptang, tang of
schaar.
Maai uw gazon vooraf
Uw gazon moet correct worden voorbereid voordat u de robotmaaier installeert. Maai uw gazon
voor op een hoogte van 45 mm.
Maaibeperkingen
De robotmaaier is voorzien van botsingssensoren. Deze detecteren alle losse en vaste obstakels
hoger dan 100 mm, zoals een muur, hekken of tuinmeubilair.
Als de sensoren geactiveerd worden, stopt de robotmaaier, rijdt het achteruit en maait
vervolgens verder in een andere richting. Het wordt echter aangeraden om de obstakels met de
omheiningsdraad te beschermen.
Bomen
De robot grasmaaier is voorzien van botsingssensoren. Deze detecteren alle harde en vaste
obstakels hoger dan 100 mm, zoals een muur, hekken of tuinmeubilair.
Als de sensoren een obstakel vaststellen, stopt de robot grasmaaier, gaat achteruit en maait in een
andere richting. Als een oplossing op lange termijn wordt het aangeraden, een grensdraad te leggen
met behulp van de liniaal om obstakels en het apparaat te beschermen. Plaats de grensdraad zo
dat de robot grasmaaier op geen enkel moment verder weg dan 20 m is van de grensdraad binnen
het maaigebied.
Stenen
We bevelen aan om kleine (lager dan 100 mm) rotsen en stenen of stenen met een ronde rand uit het
gazon te verwijderen. De robotmaaier kan op dergelijke stenen of rotsen rijden in plaats van ze als
een obstakel te zien. Als de robotmaaier op een steen vast komt te zitten, dient de gebruiker de
maaier opnieuw in te schakelen. Contact met stenen kan de messen beschadigen.
Hellingen
De grensdraad mag nooit loodrecht lopen op een helling van meer dan 10°. Laat bovendien een
strook van minimaal 2 m tussen een helling van 10% of meer en de grensdraad. Anders kan de
hogere snelheid bergaf ervoor zorgen dat de robot grasmaaier over de grensdraad gaat, in het
bijzonder op een natte en gladde ondergrond.
Tuinpaden, opritten en wegen
Als een verhoogde oprit uw gazon doorkruist, wordt het aangeraden om het buiten de
omheiningsdraad te houden. Laat een veilige ruimte van 40 cm tussen de oprit en de
omheiningsdraad.
Als de oprit en het gazon zich op gelijke hoogte bevinden, gebruik de omheiningsdraad om een
gang te creëren. Dit zorgt ervoor dat uw robotmaaier de oprit probleemloos over kan rijden om het
gazon aan de andere kant te bereiken.
NL
NL
2
3
40
cm
<45mm
< 45 mm
> 45 mm
100 mm
<
30%
>
30%
min. 2 m
>10%