OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
86
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
■
Algemeen
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan wanneer u op
STANDBY/ON
(of SYSTEM POWER)
drukt, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
—
De instelling voor de impedantie is niet
correct.
Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die
van uw luidsprekers.
67
De beveiliging is in werking getreden.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
11-14
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
—
Het in-beeld display
wordt niet
weergegeven.
Het in-beelddisplay is ingesteld op
“DISPLAY OFF”.
Kies de volledige of verkorte weergave.
52
“GRAY BACK” in het SET MENU staat
uit (OFF) en er wordt op dit moment geen
videosignaal ontvangen.
Zet “GRAY BACK” op AUTO zodat het OSD
(in-beeld display) altijd wordt weergegeven.
64
Geen geluid
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
15-20
De optimalisatie-microfoon is
aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
24
De ingangsfunctie staat op DTS of
ANALOG.
Selecteer AUTO.
37
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT,
MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening) of de ingangskeuzetoetsen.
30
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
12
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers met SPEAKERS A en/
of B.
30
Het volume staat uit.
Zet het volume hoger.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets
voor dit toestel om de geluidsweergave te herstellen
en het volume te kunnen regelen.
31
De ingangsfunctie staat op ANALOG
maar er wordt een DTS gecodeerd
bronsignaal weergegeven.
Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
AUTO of DTS.
37
Er worden van een signaalbron signalen
ontvangen die niet door dit toestel
weergegeven kunnen worden,
bijvoorbeeld een CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
—
Geen beeld
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende
types video-aansluitingen voor de in- en
uitgang van het beeldsignaal.
Schakel de videoconversie-functie in.
64