AANSLUITINGEN
15
V
O
OR
BER
EI
DI
NGEN
Ne
d
e
rl
a
n
ds
Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan
op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de
componenten gemaakt zijn.
■
Kabelaanduidingen
■
Analoge aansluitingen
Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u
via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge
aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
■
Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe
transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of
optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS
ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component
zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting
verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen
met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden
van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen
audiosignalen die binnenkomen via de analoge
ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC)
uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier
zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL)
ingangsaansluitingen binnenkomende signalen alleen via de
DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen worden weergegeven.
Stofkapje
Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de
optische glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje
niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt,
dient u het stofkapje er weer op te doen. Dit kapje
beschermt de aansluiting tegen stof en vuil.
■
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen.
Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van die van uw
beeldscherm. De signalen die binnenkomen via de S VIDEO
aansluitingen worden automatisch omgezet voor weergave via
de VIDEO aansluitingen. Wanneer VIDEO CONV. op ON
(zie bladzijde 64) is ingesteld, zullen signalen die
binnenkomen via de VIDEO aansluitingen kunnen worden
gereproduceerd via de S VIDEO en COMPONENT VIDEO
aansluitingen. Op dezelfde manier zullen signalen die
binnenkomen via de S VIDEO aansluitingen kunnen worden
gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO aansluitingen.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen voor een betere beeldkwaliteit.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en
kleurverschil (P
B
, P
R
) gescheiden videosignalen voor de
beste beeldkwaliteit.
Wanneer er zowel signalen binnenkomen via de S VIDEO als via
de VIDEO aansluitingen, krijgen de via de S VIDEO aansluiting
binnenkomende signalen voorrang.
AANSLUITINGEN
Voor u componenten gaat
aansluiten
Opmerking
LET OP
S
V
O
V
V
V
L
R
C
Y
P
B
P
R
linker analoge bedrading
rechter analoge bedrading
optische kabels
coaxiale bedrading
videobedrading
S-videobedrading
Voor analoge signalen
Voor digitale signalen
Voor videosignalen
component videokabels
Opmerking
VIDEO
S VIDEO
COMPONENT VIDEO
P
R
P
B
Y
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
Signaalschema binnenin het toestel
Alleen wanneer VIDEO CONV. op ON (aan)
staat (zie bladzijde 64).
Uitgang
(MONITOR OUT)
Ingang