
11
NL
4. Druppellading (float) = T4
De accu is vol en wordt in deze fase onderhouden door middel van een lagere,
stabiele spanning van 13,5Volt of 13,8Volt, afhankelijk het laadprogamma. In
deze fase kan de lader nog zijn maximale stroom leveren zonder dat de lader
weer naar de hoofdlading gaat. Hierdoor kan de Promax 200 indirect als voeding
dienen voor eventuele gebruikers. Indien de accuspanning voor langere tijd onder
12,65Volt daalt, schakelt de lader automatisch terug op de hoofdlading (T1).
Tijdens deze fase blijft
de groene led onde
r ‘charge process’ opgelicht.
5. Jogging = T5
Als tijdens de druppellading de laadstroom langer dan 24 uur onder de 10% is
gebleven schakelt de lader over naar jogging. D.m.v. deze fase wordt voorkomen
dat een accu die lange tijd onder druppellading
staat ‘lui’ wordt. In deze fase
wordt er geen laadstroom afgegeven, maar staat de lader in een wacht stand.
Als de accuspanning tot 12,65Volt gedaald is, schakelt de lader automatisch
terug naar de hoofdlading (T1).
Tijdens deze fase
knippert
de groene le
d onder ‘charge process’.
Belangrijk
Het is van belang dat een laadproces altijd geheel wordt afgerond. Het
laadproces mag daarom alleen gestopt worden als de groene LED onder
‘charge process’ oplicht of knippert. Indien de lading
tussentijds wordt
afgebroken is het gevolg dat de accu zijn spanning- en zuur verhouding verliest.
Hierdoor kan schade ontstaan aan de accu.
Als de accu losgekoppeld wordt, de netspanning verbroken wordt of als de lader
uitgeschakeld wordt, dan zal het huidige laadproces stoppen. Indien er weer een
accu aangesloten wordt, de netspanning weer aanwezig is of de lader weer
geactiveerd wordt, dan zal in alle gevallen een nieuw laadproces gestart worden.
Mocht er bij de start van of tijdens het laadproces een fout geconstateerd
worden, dan zal er in het display een
‘
E
’
en daarna het cijfer van de betreffende
fout verschijnen. Zie ‘weergave laadstatus’ en de probleemoplosser.