77
e) Meetfrequentie selecteren
De meetfrequentie kan manueel worden gewijzigd, maar de impedantiemeetbereiken zijn
afhankelijk van de frequentie. Om te wijzigen drukt u op de toets “CAL/Hz” (E). Elke druk ver-
andert de meetfrequentie in voorgegeven stappen: 100 Hz, 120 Hz, 1 kHz, 10 kHz, 100 kHz.
f) hold-functie
De HOLD-functie bevriest de huidige meetwaarde op de display om deze rustig te kunnen
aflezen of verwerken.
Zorg voor de meting ervoor dat deze functie bij het begin van de test gedeactiveerd
is. Er wordt anders een verkeerd meetresultaat gesimuleerd!
voor het inschakelen van de hold-functie drukt u op de toets “Δ/H” (C). Op het scherm wordt
“
h
” weergegeven.
Om de HOLD-functie uit te schakelen, drukt u op de toets “Δ/H” (C).
g) Relatieve meting „Δ“
Druk op knop “Δ/H” (C) en houd de knop ingedrukt om de relatieve meting 2 seconden te
activeren. Het meetapparaat slaat de laatste meting als referentie op en geeft op het scherm
“ Δ “ weer.
In deze bedrijfsmodus trekt het apparaat de referentie van elke meting af en geeft het resultaat
op het scherm weer.
Wanneer het resultaat negatief is, wordt “Er” op het scherm weergegeven. Druk langer dan
2 seconden op knop “Δ/H” om deze modus te verlaten.