107
9. GEBRUIK VIA DE OPTIONELE NETADAPTER
Het meetapparaat kan zowel met batterijen als met een optionele netadapter worden gebruikt. Het
gebruik via netadapter is aangewezen voor langere meettijden of permanent gebruik.
De netadapter kan opzij aan de netadapterbus (16) worden aangesloten. Bij aansluiting van een
netadapter wordt de automatische uitschakeling gedeactiveerd; het displaysymbool (D) dooft uit. Het
gebruik via netadapter wordt door het symbool „Ext-Power” aangegeven.
Batterijen die zich in het meetapparaat bevinden mogen niet worden verwijderd. De omschakeling van
gebruik via batterijen naar netadapter gebeurt automatisch en zonder onderbreking van de metingen.
De volgende voorwaarden zijn nodig voor de netadapter:
Uitgangspanning: 12
V/DC
Uitgangsstroom:
min. 500 mA
Holle stekker:
5,0 x 2,1 mm (buiten-/binnen-Ø)
Polariteit:
binnen
pluspool
Neem de veiligheidsinstructies van de netadapter in acht.
10. REINIGING EN ONDERHOUD
10.1. ALGEMEEN
Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen, moet het
apparaat jaarlijks in een kalibreerlabo worden gekalibreerd.
Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het apparaat onder-
houdsvrij.
Het vervangen van de batterijen vindt u onder Aansluiting.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetdraden,
bijv. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de draden enz.
10.2. REINIGING
Voordat u het apparaat reinigt, dient u absoluut de volgende veiligheidsvoorschriften in acht te nemen:
Bij het openen van afdekkingen of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer dit
handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende onderdelen worden blootgelegd.
Vóór reiniging of reparatie moeten de aangesloten snoeren van het meetapparaat en
van alle meetobjecten worden gescheiden. Schakel het apparaat uit.