93
Bovendien wordt de overeenkomstige alarmfunctie met het symbool „Hi“ of „Lo“ op het scherm weergegeven.
Bevestig de invoer met de knop „MODE“ of bevestig met de meetknop (5). De instellingen worden opgeslagen.
Tijdens het meten weerklinkt bij het overschrijden van het overeenkomstig alarmniveau een geluidssignaal en het
bijhorend symbool „Hi“ of „Lo“ begint op het scherm te knipperen.
De ingestelde alarmwaarden blijven na het uitschakelen behouden.
gegevensoverdracht USB-interface
Het meettoestel is uitgerust met een USB-interface voor de overdracht en opslag van de meetwaarden op een
computer.
Om de infrarood thermometer op uw computer aan te sluiten, gaat u te werk als volgt:
Start uw computer met Windwos® besturingssysteem XP of hoger.
Plaats de meegeleverde software-cd in een cd-station, en volg de aanwijzingen op het scherm.
Als de installatie van het programma niet automatisch start, selecteert u in Explorer het cd-station en start u het
installatieprogramma „setup.exe“ manueel. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Na een geslaagde installatie van het programma, installeert u de USB-driver eveneens manueel. Selecteer daar-
voor in Explorer het cd-station en open de map „USB Driver“. Start het installatieprogramma „cp210xVCPInstaller.
exe“ manueel. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Activeer op het meettoestel de USB-interface in het systeeminstelmenu „Set“ in het subpunt „Send Data“.
Activeer evt. de continu meetfunctie om de automatische uitschakeling tijdens mogelijke meetpauzes te voorkomen.
De gegevensoverdracht gebeurt uitsluitend bij ingeschakeld meettoestel.
Open het zijdelings deksel (1) aan het meettoestel. Steek de meegeleverde USB-kabel in de zijdelingse mini-USB-
bus en verbind het andere kabeluiteinde met een vrije USB-interface op uw computer.
De computer herkent automatisch een nieuw toestel. Na een succesvolle installatie kunt u de meetsoftware starten.
Als de dataverbinding werd aangemaakt, wordt „Connected“ op het scherm weergegeven.