36
Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen kunnen er elementen
•
worden blootgelegd die onder spanning staan (behalve als dit met de hand
mogelijk is). Ook kunnen afsluitplaatsen spanningvoerend zijn. Voor afregelen,
onderhoud, reparatie of het vervangen van onderdelen dient het apparaat van alle
spanningsbronnen te worden gescheiden als daarvoor openen van het apparaat
noodzakelijk is. Als daarna afregeling, onderhoud of reparatie van het geopende
apparaat onder spanning onvermijdelijk is, mag dat alleen door een vakman worden
uitgevoerd die vertrouwd is met de daaraan verbonden gevaren en op de hoogte is
met de daarvoor geldende voorschriften (VDE 0100 of 0701).
Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs wanneer het apparaat
•
is losgekoppeld van alle spanningsbronnen.
Schakel de DC/DC-spanningsomvormer SPA-5 nooit meteen in als deze van een
•
koude naar een warme omgeving wordt overgebracht. Het condenswater dat hierbij
wordt gevormd, kan in ongunstige gevallen het apparaat beschadigen. Laat het
apparaat oningeschakeld/onaangesloten op kamertemperatuur komen.
Ventilatie-openingen van gelijkspanningsomvormers mogen niet worden bedekt! De
•
apparaten moeten op een harde, niet-ontvlambare ondergrond worden opgesteld
zodat de lucht ongehinderd in de apparaten kan binnendringen. De koeling van de
apparaten vindt voornamelijk plaats via convectie.
Bij storingen kunnen spanningen van meer dan 35 V gelijkspanning worden
•
opgewekt die gevaarlijk kunnen zijn, ook als de aangegeven in-/uitgangsspanningen
van de apparaten lager liggen.
Voorkom het gebruik onder ongunstige omstandigheden. Deze leiden tot
•
beschadiging van de gevoelige elektronica binnenin het apparaat. Ongunstige
omstandigheden zijn:
te hoge luchtvochtigheid (> 80 % RV, condenserend)
-
vocht
-
stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, benzine
-
te hoge omgevingstemperaturen (> ca. +50°C)
-
sterke elektromagnetische velden (motoren of transformatoren) of elektrostatische
-
velden (ladingen)
Houd zenders (mobiele telefoons, walkie-talkies, zenders voor modelbouw en
•
dergelijke) uit de buurt van DC/DC-gelijkspanningsomvormers, omdat de indringende
straling van zenders de goede werking van de omzetter kan storen of de omzetter
kan beschadigen.
Sluit op de uitgang van het apparaat geen accu van 12 V DC aan, omdat de uitgang
•
bij ompolen niet is gezekerd en het apparaat daardoor wordt vernield.
De minimale ingangsspanning mag niet lager zijn dan 21,0 V DC!
•
De maximale ingangsspanning mag niet hoger zijn dan 28,8 V DC!
•
Houd ook rekening met de veiligheidsvoorschriften en de gebruiksaanwijzingen van
•
de overige apparaten die op de omvormer worden aangesloten.
Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan zware mechanische belasting.
•
9
BEDIENELEMENTE
4.
INPUT
24 V
OUTPUT
12 V
7
3
4
4a
2
2
5
5a
1
6
7
Wandler komplett
1.
Kühlrippen
2.
Leistungstransistoren (Achtung! Bei Betrieb sehr heiß!)
3.
Anschlußleitung “+” = rot und “-” = schwarz für den 4a Eingang des DC/DC-Spannungswandlers
4.
Anschlußleitung “+” = rot und “-” = schwarz für den 5a Aus gang des DC/DC-Spannungswandlers
5.
6-A-Sicherung (
fl
ink, 250V) im Innern des Wandlers
6.
Befestigungsöffnungen
7.