Als u een vloeistof met een hoge geleidingswaarde wilt meten, kalibreer dan liever
met een kalibratie-oplossing van 12,88 mS/cm.
De standaard kalibratiepunten voor de geleidingswaarde zijn 0,84 μS/cm, 1413 μS cm,
12,88 mS/cm en 80,0 mS/cm.
9. Spoel de meetsonde na de kalibratie af met schoon, gedestilleerd water en veeg hem vol-
ledig droog.
h) Metingen uitvoeren
Zorg er altijd voor dat de voor uw meting vereiste meetsonde is aangesloten.
1. Verwijder de beschermkap van de meetsonde.
2. Spoel de meetsonde voor de meting met gedestilleerd water af en veeg deze droog.
3. Druk op toets
(7) om het meetapparaat in te schakelen.
4. Selecteer de bedrijfsmodus "PH", "ORP", "COND", "TDS", "Salt" door op de toets
(8) te
drukken, totdat het bijbehorende symbool op het lcd-display (8) verschijnt.
5. Dompel de punt van de meetsonde ca. 2 - 3 cm in de te meten vloeistof. Beweeg de punt
van de meetsonde lichtjes in de vloeistof heen en weer om luchtbellen aan het mem-
braanoppervlak te verwijderen en de weergave van de meetwaarde te stabiliseren. Het
duurt enige tijd tot de meetwaarde gestabiliseerd is.
6. Voor metingen in de bedrijfsmodi "COND", "TDS", "Salt" wordt de meeteenheid automatisch
geselecteerd: μS/cm, mS/cm, ppm of ppt.
7. Als de gemeten waarde buiten het meetbereik ligt, verschijnt de foutmelding "----" op het
lcd-display (8).
Raak het oppervlak van de zwarte binnenplaat van de geleidingsmeetcel niet aan en
veeg er niet overheen.
De automatische temperatuurcompensatie (ATC) zorgt ook bij verschillende vloeistof-
temperaturen steeds voor nauwkeurige meetwaarden.
8. Reinig de betreffende meetsonde na het meten met gedestilleerd water en bescherm met
deze met de beschermkap van de sonde.
1
Maximum- en minimumwaarden weergeven
1. Het meetapparaat kan de maximum- en minimumwaarden van een meting weergeven.
2. Houd de toets
(4) ingedrukt totdat op het display (8) tegelijkertijd "MAX" (F) en
"MIN" (F) gaan knipperen.
76
Summary of Contents for 1762763
Page 83: ......