78
Een automatische uitschakeling schakelt het apparaat na ca. 20 minuten automa-
tisch uit wanneer het niet wordt bediend. Deze functie spaart de batterijen en ver-
lengt zo de gebruiksduur. De automatische uitschakeling kan voor een continume-
ting worden gedeactiveerd.
Het meettoestel is bestemd voor hobbygebruik maar ook voor professionele toe-
passingen tot aan CAT III.
Toetsenring (4)
De afzonderlijke meetfuncties worden gekozen via een
toetsenring. De automatische bereikkeuze “AUTO” is in het
stroommeetbereik actief. Hierbij wordt telkens het passende
meetbereik en het correcte stroomtype (AC/DC) ingesteld.
De afbeelding toont de rangschikking van de meetfuncties.
Bedrijfsknoppen (7)
De multimeter wordt met behulp van de middelste toets in- en uitgeschakeld. Een
korte druk op de knop schakelt tijdens het bedrijf de schermverlichting in en evt.
voortijdig opnieuw uit. Schakel het meettoestel altijd uit als u het niet gebruikt.
8. SCHERMGEGEVENS EN SYMBOLEN
De volgende symbolen en gegevens zijn op het apparaat of op het scherm
aanwezig:
AUTO
Automatische instelling van meetbereik en stroomtype is actief
OFF
Aanduiding “Meettoestel schakelt uit”
AoFF
Automatische uitschakeling is gedeactiveerd
TRUE RMS Echt-effectieve waardemeting (alleen A-AC)
HOLD
Data-Hold-functie oproepen/uitschakelen of functie is actief
LPF
Laagdoorlaatfilter (Lo-Pass-Filter) voor AC-stroommeting
Inrush
Aanloopstroommeting voor AC-meetbereik
ZERO
Statistische afwijking voor gelijkstroommeetbereik (alleen A-DC)
OL, -OL
Overflowscherm; het meetbereik werd overschreden
Batterijstandsindicator. De balken duiden de toestand van de batte-
rijen aan. Als het lege symbool knippert, moeten de batterijen onmid-
dellijk worden vervangen om meetfouten te voorkomen!
AC
Symbool voor wisselstroom