12
Het Tulikivi Green W10 waterverwarmingssysteem bestaat
uit een Tulikivi kachel met een dubbele mantelstructuur en
een daarvoor ontworpen warmtewisselaarpakket. In de
warmtewisselaar wordt water gerecirculeerd dat door de
warmte van de kachel wordt opgewarmd. Het warme water
wordt naar een boiler geleid en via de boiler gebruikt voor
het verwarmen van ruimten in huis of van gebruikswater
(afbeelding 1)
. Volg de gebruiksaanwijzing van de Tulikivi
kachel, wanneer u uw kachel met brandhout stookt.
Sluit de schoorsteenklep en de luchttoevoeropeningen niet
te vroeg, om de vorming van het gevaarlijke koolmonoxide-
gas (kolendamp) te voorkomen!
Gebruik van het Tulikivi Green W10 systeem
algemeen
De Tulikivi Green W10 kachel wordt gestookt volgens de ge-
bruiksaanwijzing. De tijd tussen 2 stookbeurten kan korter
zijn dan bij een kachel zonder warmtewisselaar, omdat een
deel van de in de stenen opgeslagen warmte via de warm-
tewisselaar aan het water wordt overgedragen. In het begin
van het stookseizoen, wanneer de verwarmingsbehoefte
gering is, wordt de kachel eenmaal per etmaal gestookt. Met
koud weer, wanneer de warmtebehoefte het grootst is, kan
de kachel tweemaal per etmaal worden gestookt.
In de afbeelding het door de kachel aan het water overge-
dragen warmtevermogen gedurende 2 etmalen. Tijdens het
stookseizoen kan een met een warmtewisselaar uitgeruste
kachel om de 12 uur worden gestookt en zodoende maximaal
profiteren van het gebruik van hernieuwbare houtenergie.
ingebrUiKname van de Kachel
Het drogen en in gebruik nemen van de kachel staat beschre-
ven in de gebruiksaanwijzing van uw Tulikivi kachel. Volg de
gebruiksaanwijzing. Gebruik voor het instoken van de ka-
chel uitsluitend brandhout. De kachel kan met droge warm-
tewisselaars worden gedroogd, d.w.z. zonder dat er water
in het kachelcircuit circuleert. Aangeraden wordt echter om
de kachel altijd met gevulde warmtewisselaars te stoken en
de werking van de pomp en de watercirculatie in de warm-
tewisselaars te regelen op basis van de watertemperatuur
in de heetwaterleiding van de kachel.
De kachel is niet bedoeld voor het verbranden van afval. Ge-
bruik geen vloeibare brandstoffen, ook niet voor het aanste-
ken van de kachel!
de eerste Keer dat de Kachel wordt gebrUiKt
Volg de gebruiksaanwijzing van de kachel. Controleer tijdens
de eerste stookbeurten de temperatuur van de uitgaande
leidingen van de kachel. Na het stoken volgens de gebruiks-
aanwijzing, moet na maximaal 3 uur de heetwaterleiding van
de kachel naar de boiler warmer zijn dan de koudwaterleiding
van de boiler naar de kachel. Wanneer dat niet het geval is,
controleer dan of de pomp werkt en of de kleppen in het cir-
cuit open zijn. Controleer ook of er geen lucht in het kachel-
circuit zit. Ontlucht het kachelcircuit zo nodig. Wanneer het
probleem niet wordt gevonden, neem dan contact op met
een Tulikivi deskundige of met uw verwarmingsinstallateur.
normaal gebrUiK van de Kachel
Na drogen en ingebruikname van de kachel kan worden be-
gonnen met normaal gebruik van de kachel. In een Tuliki-
vi Green W10 kachel wordt hout gestookt volgens de ge-
bruiksaanwijzing en de daarin de voorgeschreven houthoe-
veelheden.
Na het normale stoken van de kachel, wanneer het ver-
brandingsproces is afgelopen en de koolresten zijn gedoofd,
wordt de luchtregeling gesloten (zie de gebruiksaanwijzing
van de kachel) en laat men de kachel 8-24 uur afkoelen, al-
vorens met de volgende stookbeurt te beginnen. Wanneer
de warmtebehoefte het grootst is, kan, wanneer de kachel
voldoende is afgekoeld, al 8-10 uur na de vorige stookbeurt
opnieuw worden begonnen met stoken volgens de gebruiks-
aanwijzing. Zodoende blijft de aan het water en de kamer
afgestane energiehoeveelheid over het hele etmaal zo con-
stant mogelijk.
Stook nooit zonder onderbreking meer hout dan de aan-
bevolen hoeveelheid, omdat uw kachel bij oververhitting
beschadigd kan raken. Laat de kachel tussen twee stook-
beurten altijd minimaal 8-10 uur afkoelen! Lees bij het sto-
ken met pellets de gebruiksaanwijzingen van het P10 pel-
letstooksysteem.
Storingsituaties
In geval van stroomonderbreking is het best de goede wer-
king van de pomp te controleren. Wanneer de kachel wordt
gebruikt bij stilstaande pomp, moet worden gecontroleerd
of de veiligheidsklep en het expansievat functioneren. Na
een stroomuitval moet het kachelcircuit zo nodig opnieuw
worden gevuld en ontlucht.
Denk eraan om altijd de druk van het kachelcircuit te con-
troleren, zodat eventuele problemen in het verwarmingssys-
teem tijdig worden ontdekt. Het verwarmingssysteem van
een gebouw bevat altijd een veiligheidsklep, die zich meestal
bij de boiler bevindt. Wanneer de kachel is aangesloten op
een aparte warmtewisselaarspiraal in de boiler, moet het
kachelcircuit beschikken over een eigen veiligheidsventiel
en expansievat.
De werking van de veiligheidsklep moet minimaal tweemaal
per jaar worden gecontroleerd, omdat gebrekkig functione-
ren van de klep kan leiden tot gevaarlijke situaties. De klep
wordt geactiveerd door de knop tegen de klok in te draai-
en, waarna er water uit de afvoerleiding van de veiligheids-
klep stroomt. Wanneer dat niet gebeurt, is de klep defect en
moet hij worden vervangen. Laat niet teveel water wegstro-
men, bijv. 1/2 liter per controle. In principe kan de gebruiker
zelf de controle van de veiligheidsklep uitvoeren. Aangera-
den wordt om het vervangen van de klep aan een vakman
over te laten.
KiPitti
gewicht: 1225 kg
hout hoeveelheid:
13 kg
n
ED
OK/RG