20
GB
20
NL
De werkstukklemmen bevestigen
• De werkstukklem (47) heeft een verstelbare hoogteknop en twee staafgaten waaruit
gekozen kan worden
• Beslis door welk gat de staaf zal aangebracht worden, en gebruik de knop dan om de
hoogte in te stellen
• Zet de staaf in de werkstukklemhouder (31) en draai de klem dan om een werkstuk op de
verstektafel (23) vast te zetten (afb. E)
• Zorg dat de staaf op de werkstukklem volledig in de houder gezet is zodat het uiteinde van
de staaf de onderkant van de houder aanraakt
Stofafvoer
• Optimale stofafvoer wordt gerealiseerd door een stofafvoersysteem of stofzuiger
op de stofpoort (4) aan te sluiten. De stofpoortkraag (5) is mogelijk nodig om het
stofafvoersysteem op de stofpoort aan te sluiten.
• De stofzak (6) past over de stofpoortkraag die dan vervolgens in de stofpoort wordt gezet
• Voor een efficiënte werking maakt u de stofzak leeg wanneer deze ongeveer halfvol is; dit
maakt een betere luchtstroming door de zak mogelijk
Transport
• Wanneer u de zaag vervoert of opbergt, zorg er dan voor dat de zaagkop in de onderste
positie vastgemaakt staat, met de zaagkopvergrendelpin (9) en alle afschuin- en
verstekvergrendelingen op hun plaats
• Gebruik alleen het voorste draaghandvat (3) en het achterste draaghandvat (46) om de zaag
te vervoeren
• Als de zaag op een werkbank of steun gemonteerd is, zorg er dan voor dat de bevestigingen
verwijderd zijn en dat de zaag vrij kan bewegen.
• Als de zaag op een draagbare plank gemonteerd is, zorg er dan voor dat de plank niet aan
de werkbank of steun geklemd is zodat de zaag vrij kan bewegen
• Wanneer u de zaag verplaatst of vervoert, houd deze dan altijd rechtop
Aanbrengen en verwijderen van het blad
WAARSCHUWING:
Gebruik geen zichtbaar beschadigd, vervormd of bot zaagblad.
WAARSCHUWING:
Zorg ALTIJD dat de machine van de netspanning losgekoppeld is
wanneer u de bladen of accessoires op de zaag vervangt.
WAARSCHUWING:
Draag handschoenen bij het manipuleren van bladen.
WAARSCHUWING:
Gebruik geen zaagblad dat groter is dan de capaciteit van de machine,
omdat het blad dan mogelijk in contact zou komen met de beschermkap. Gebruik geen te dik
zaagblad omdat de buitenste bladring dan geen contact kan maken met de vlakke delen van
de as, wat zou inhouden dat de bladschroef niet in staat zou zijn om het blad correct op de
as vast te houden.
WAARSCHUWING:
Gebruik de machine niet voor het zagen van metaal en beton tenzij u
gebruik maakt van een zaagblad dat specifiek is ontworpen voor het materiaal.
Zorg er in
dat geval ook voor dat eventueel stof en afval tijdens het gebruik op correcte en veilige
wijze kan worden afgevoerd.
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat mogelijk vereiste afstandsstukken en ringen overeenkomen
met de as en het te gebruiken zaagblad of daar compatibel mee zijn.
BELANGRIJK:
zelfs wanneer het blad vooraf gemonteerd is, controleert u voor het eerste
gebruik de juiste montage ervan
BELANGRIJK:
Zaag/zaagkop is een omschrijving van het deel van het gereedschap dat de
motor, bladinstallatie en zwenkarm bevat. Op een schuivende verstekzaag gaat het om het
gedeelte dat de stang doorkruist.
Om een blad te verwijderen:
1. Draai de bladbescherming (33) omhoog en weg van de machine (Fig. II)
2. Maak de kruiskopschroef los op de bladbescherming (44) (fig. II) en til de bescherming
omhoog en weg van de machine
3. Houd de asvergrendelknop ingedrukt (fig. IV)
4. Maak de paneelschroef los (fig III) met de 6 mm zeskantsleutel (51) door de sleutel met de
klok mee te draaien:
5. Verwijder het blad (34) en de componenten (fig. V)
Een blad vervangen:
1. Nadat het aanwezige blad (34) verwijderd is (zie stappen 1-5 hierboven), plaatst u het
vervang-blad en vervangt u de paneelschroef met alle componenten volgens fig. V
Let op:
Zorg er voor dat het blad in de juiste draairichting aangebracht wordt (fig. III)
2. Houd de asvergrendelknop ingedrukt (fig. IV)
3. Maak de paneelschroef vast (fig III) met de 6 mm zeskantsleutel (51) door de sleutel tegen
de klok in te draaien:
4. Laat de asvergrendelknop los; en zorg ervoor dat het blad los en recht draait zonder te
wiebelen of zijwaartse bewegingen te maken
5. Vervang de bladbescherming (44) en maak de kruiskopschroef vast (fig. II)
6. Laat de bladbescherming (33) voorzichtig zakken
Let op:
Na het aanbrengen van een blad moet men, de machine altijd een tijdje laten draaien
zonder belasting voor ze effectief gebruikt wordt zodat u er zeker van bent dat het blad correct
draait. Als er problemen voorkomen, stop de zaag dan onmiddellijk en haal de machine van de
netspanning en los het probleem op.
Diepte-instelling
De verstekzaag is uitgerust met een hoofddiepte-instelling (52) en een gebruikersdiepte-
instelling. (afb. G)
WAARSCHUWING:
Zorg ALTIJD dat de zaag van de netspanning losgekoppeld is voordat u
aanpassingen maakt aan hoeken, afschuiningen of insteekdieptes.
Om de zaagdiepte aan te passen voornamelijk voor groefsneden:
1. Gebruik een klein werkstuk met de gewenste diepte gemarkeerd met potlood
2. Stel de zaagkop op een zodanige wijze op dat de hoogte van het blad met behulp van het
gebruikshandvat (1) gecontroleerd kan worden
3. Zet de dieptestopplaat (10) naar beneden (afb. H)
4. Stel de dieptestop (8) in op de gewenste zaagdiepte
5. Zet de dieptestop vast met de micro-instelling (afb. I)
6. Het blad (34) zal nu alleen tot de ingestelde diepte zagen
7. Om de volledige zaagdiepte van het blad te gebruiken, plaatst men de dieptestopplaat
omhoog; om de ingestelde diepte verder te gebruiken, plaatst men de plaat weer
naar beneden
BELANGRIJK:
Voor groefsneden dient de diepte nooit ingesteld te worden. Gebruik in plaats
daarvan de dieptestop met de dieptestopplaat.
• De hoofddieptesteller (52) dient erg voorzichtig aangepast te worden omdat, indien dat niet
op correcte wijze gebeurt, het blad (34) de bodem van de basis kan raken waardoor het
blad en het gereedschap beschadigd kunnen worden.
Het aanpassen van de hoofddieptesteller (voornamelijk fijne aanpassingen na het vervangen
van een blad):
1. Draai de micro-verstellingsmoer op de hoofddieptesteller (52) los
2. Voor diepere insteekdiepte, draai de zeskantbout los
3. Voor ondiepere insteekdiepte, draai de zeskantbout vast, wat er voor zal zorgen dat een
groter deel van de bout aan de onderzijde van de bevestiging aanwezig zal zijn
4. Zodra de nieuwe hoofddiepte ingesteld is met de zeskantbout zet men, de micro-
verstellingsmoer vast om de instelling te vergrendelen
Aanpassen van de verstekhoek
De borgknop van de verstektafel (27) wordt gebruikt om de verstektafel (23) te vergrendelen
onder de gewenste verstekhoek. De verstekzaag is geschikt voor hoeken van 0° tot 55°, en dit
zowel langs links als langs rechts.
WAARSCHUWING:
Zorg er ALTIJD voor dat de zaag van de netspanning losgekoppeld is
voordat er aanpassingen uitgevoerd worden aan hoeken, afschuiningen en insteekdieptes.
Om de verstekhoek aan te passen:
1. Als deze vergrendelt is, til de verstekvergrendeling (27) (afb. J) dan op om deze
los te maken
2. Houd de verstek selectieknop (28) ingedrukt en pas het hoofdkanaal aan naar links of
rechts naar de gewenste verstekhoek (afb. K), gebruik de verstelhoekindicator (40) op de
verstekschaal (24) als hulpmiddel
3. Zodra de verstekhoek geselecteerd is, zet dan het hoofdkanaal vast door de
verstekvergrendeling in te drukken (afb. L)
WAARSCHUWING:
ALVORENS WELKE SNEDE DAN OOK UIT TE VOEREN, dient men
ervoor te zorgen
dat de verstekvergrendeling geactiveerd is. Indien u dat niet doet, kan het
zijn dat de verstektafel (23) beweegt tijdens het zagen, wat aanleiding kan geven tot ernstig
persoonlijk letsel.
524891_Manual.indd 20
10/01/2018 15:32