46
•
De indicator voor niet-magnetische metalen (G) gaat branden zodra er andere dan ferromagnetische materialen
worden gedetecteerd.
•
De positie-indicator (A) verschijnt op het display wanneer een object zich precies onder het midden van de
sensor (9) bevindt. Er klinkt een constante pieptoon.
• Als tijdens het zoeken de rode LED knippert en er klinkt een zich herhalende pieptoon, geeft dit aan dat de
multidetector gekalibreerd dient te worden. Kalibreer de multidetector voordat u verder zoekt. Neem daarvoor
hoofdstuk "8. Ingebruikname, c) Kalibreren" in acht.
De plaats en positie van een verborgen metalen object beïnvloeden de bepaling van de aangegeven
waarde voor de diepte. Deze waarde is het nauwkeurigst als het object parallel ligt aan het oppervlak.
Beschouw de gemeten waarde voor de diepte alleen als een geschatte gemiddelde waarde.
Opmerkingen
•
Het apparaat is niet geschikt voor plaatsbepaling in muren of plafonds die bedekt zijn met delen die metaalvezel
bevatten.
•
Het apparaat kan waterleidingen van kunststof niet detecteren.
•
Spanningsvrije leidingen in isolatiebuizen van PVC of metaal worden aangegeven als metaal.
•
De maximale detectiediepte is afhankelijk van het soort materiaal en de grootte van het object. Grotere objecten
kunnen ook dieper worden gedetecteerd dan kleinere.
Houten objecten opsporen
•
Zet de multidetector op de detectie van hout, zoals beschreven in de paragraaf "a) Detectiemodus instellen". De
groene LED (5) gaat branden.
•
Plaats de multidetector op het te onderzoeken oppervlak (muur, vloer, plafond) en zoek naar het houten object,
zoals beschreven in de paragraaf "b) Werkwijze bij de plaatsbepaling". De rode (7) en/of gele LED (6) gaan
knipperen zodra er een detecteerbaar object in de buurt, maar nog niet helemaal bereikt is.
•
De positie-indicator (A) verschijnt op het display wanneer het houten object zich precies onder het midden van de
sensor (9) bevindt. Er klinkt een constante pieptoon.
• Als tijdens het zoeken de rode LED knippert en er klinkt een zich herhalende pieptoon, geeft dit aan dat de
multidetector gekalibreerd dient te worden. Kalibreer de multidetector voordat u verder zoekt. Neem daarvoor
hoofdstuk "8. Ingebruikname, c) Kalibreren" in acht.
Opmerkingen
•
Het apparaat is niet geschikt voor gebruik op muren of plafonds die geïsoleerd zijn met elementen die metaalvezel
bevatten of op lattenwanden en oppervlakken met dikke pleister.
•
Het is belangrijk om de positie van de balk nogmaals door verdere metingen te controleren.
•
Het kan bij het aangegeven object in de muur bijvoorbeeld ook gaan om een elektriciteitsleiding, een buis o.i.d.
Daarom dient men uiterst voorzichtig te zijn bij het boren, zagen of inslaan van spijkers, omdat men een buis of
elektriciteitsleiding zou kunnen raken. Voor alle zekerheid dienen er verdere metingen in de detectiemodi metaal
en wisselspanning te worden uitgevoerd.
•
Houd uw vrije hand tijdens het gebruik weg van het apparaat, om interferentie en onnauwkeurigheden te voorkomen.
