
NL
PROJECTIE WEKKERRADIO
CP300T / CP301T / CP302T
VOEDING
Sluit de voedingskabel aan op een stopcontact.
BACKUPSYSTEEM
Het backupsysteem houdt de op het apparaat ingestelde tijd vast bij
stroomonderbreking.
• Open het batterijencompartiment aan de achterkant van het
apparaat.
• Plaats 2 batterijen van het type LR6 (AA) 1.5 V en let erop dat de
polen naar de juiste kant wijzen.
• Sluit het batterijencompartiment weer.
TIJD EN DATUM INSTELLEN
De radio moet uit staan.
• Druk 2 seconden op
TIME SET
: de weergave van de uren
knippert.
• Druk op
TUNING/ADJUST
w
en
s
om het uur aan te passen.
• Druk op
TIME SET
om te bevestigen: de weergave van de
minuten knippert.
• Druk op
TUNING/ADJUST
w
en
s
om de minuten aan te passen.
• Druk op
TIME SET
om te bevestigen: de weergave van het jaar
knippert. Stel het jaar in.
• Druk op
TIME SET
om te bevestigen: de weergave van de maand
knippert. Stel de maand in.
• Druk op
TIME SET
om te bevestigen: de weergave van de datum
knippert. Stel de datum in.
• Druk op
TIME SET
om te bevestigen: het scherm keert terug naar
de normale weergave.
Opmerking
: boven de datum wordt de afkorting voor de naam van de
dag automatisch aangepast.
MO: MAANDAG / TU: DINSDAG / WE: WOENSDAG / TH:
DONDERDAG / FR: VRIJDAG / SA: ZATERDAG / SU: ZONDAG
NB
: De datum moet goed zijn ingesteld om AL3 goed te laten werken.
ALARM
Het apparaat heeft 3 alarmen, waaronder de
WEEKEND-stand
.
AL 1
: 1
e
ingeschakeld alarm op elke dag van de week
AL 2
:
2
e
ingeschakeld alarm op elke dag van de week
AL 3
: alarmstand
WEEKEND
: alarm doordeweeks ingeschakeld en in
het weekend uitgeschakeld.
ALARM EN WEKMODUS INSTELLEN: RADIO/WEKKER
• Druk op
AL. SELECT / SOURCE
: AL1 knippert.
• Druk 2 seconden op
ALARM SET / AL.MODE
: de weergave
knippert.
• Druk op
TUNING/ADJUST
w
en
s
om aan te passen, daarna op
ALARM SET / AL.MODE om de verschillende instellingen te
bevestigen:
Uur / minuten / wekmodus BUZ (wekker) of TUN (radio) /
geluidsniveau van 7 tot 20.
• Druk op
ALARM SET / AL.MODE
om te bevestigen en terug te
keren naar de normale weergave.
• Stel daarna AL2 in en AL3 (dezelfde werkwijze als bij AL1).
• Druk op
ALARM SET / AL.MODE om te bevestigen en terug te
keren naar de normale weergave
.
Wektijd controleren:
• Druk meerdere keren op
AL. SELECT / SOURCE
: op het scherm
verschijnt 5 seconden lang de tijd en wekmodus van de alarmen
en daarna keert de normale weergave terug.
ALARM IN/UITSCHAKELEN
• Druk meerdere keren op de knop
AL. SELECT / SOURCE : druk
bij iedere knipperende weergave van AL1
/
AL2
/
AL3 kort op
ALARM SET / AL.MODE om het
alarm in of uit te schakelen.
Herhaal de handeling voor elk alarm.
Opmerking
: het scherm toont afhankelijk van de gekozen stand
AL1
,
AL2
of
AL3
ALARM HERHALEN (SNOOZE)
• Druk op
SNOOZE
om het alarm tijdelijk te onderbreken. Dit zal na
9 minuten opnieuw afgaan. De vermelding
SNOOZE
verschijnt op
het scherm.
ALARM UITZETTEN
• Het alarm is geprogrammeerd om 60 minuten te werken.
• Druk op AL.
SELECT / SOURCE
of
q
RADIO
om het alarm te
stoppen. Dit zal de volgende dag (na 24 uur) opnieuw afgaan. .
GEBRUIK VAN DE RADIO
• Druk op
q
RADIO
: de radio gaat aan en het LCD-scherm geeft de
frequentie weer.
• Druk op
TUNING/ADJUST
w
en
s
om de frequentie te zoeken.
• Houd deze knop 2 seconden ingedrukt om automatisch zoeken
te starten. Het zoeken stopt automatisch als een radiozender
goed ontvangen wordt.
• Draai aan de
VOL-/+ knop
om het volume aan te passen.
• Druk op
q
RADIO om de radio uit te zetten.
NB
: Ontvouw voor een betere ontvangst de draadantenne.
GEHEUGEN (maximaal 20 radiozenders)
De radio staat aan:
• Selecteer een radiofrequentie.
• Druk op
MEMORY
: P01 knippert. Druk opnieuw op
MEMORY om
de radiofrequentie op te slaan.
• Herhaal de handeling om maximaal 20 zenders op te slaan.
NAAR DE OPGESLAGEN ZENDERS GAAN
• Zet de radio aan.
• Druk op
PRESET
: de radio zendt de als laatste opgeslagen
zender uit. Druk meerdere keren op
PRESET
/ om van de ene
geheugenplaats naar de andere te gaan (P01 tot P20).
SLUIMERFUNCTIE ( SLEEP)
• Zet de radio aan.
• Druk op
/SLEEP
: op het scherm staat
SLEEP
.
• Druk meerdere keren op
SLEEP
om de duur aan te passen: 90,
80, 70, 60, 50, 40, 30, 20, 10, 00 minuten.
• Na verloop van de ingestelde tijd gaat de radio automatisch uit.
Druk op
q
RADIO
om de functie uit te schakelen.
INSTELLINGEN TIJDPROJECTOR
De projector (12) geeft de tijd weer op elk vlakke oppervlak in een
ruimte. Voor een optimale weergave moet het projectie-oppervlak zich
op voldoende afstand van het apparaat bevinden.
• Druk op
PROJECTOR
om de projector aan te zetten en de
weergave van de klok op een oppervlak in de kamer te starten
(muur, plafond).
• Draai de projector om de oriëntatie ervan te wijzigen.
• Draai aan
ADJUST totdat
de beste projectiehoek is bereikt.
• Druk op
REVERSE PROJECTION
om de weergave van de klok
om te keren.
AUX-FUNCTIE
• Druk op
q
RADIO
om de radio aan te zetten: op het scherm
verschijnt de radiofrequentie.
• Druk op AL.
SELECT / SOURCE
: op het scherm staat
AUX
.
• Sluit de koptelefoonaansluiting van een randapparaat (MP3-
speler, smartphone...) met een 3,5 mm jack/jack-kabel aan op de
aansluiting aan de achterkant van het apparaat (niet inbegrepen).
• Gebruik de bedieningsknoppen van het randapparaat zelf.
TEMPERATUUR
De kamertemperatuur wordt onder de tijd weergegeven in graden
Celsius (°C).
1
14
13
15
16
3
6
10
7
11
8
12
5
9
4
2
1
LCD-scherm
2
Luidspreker
3
Projector
4
VOLUME
Instellen volume - / +
5
AL. SELECT /
SOURCE
Selecteren stand alarm / FM / AUX
6
TIME SET
Klok instellen
7
ALARM SET /
AL.MODE
Wektijd instellen
8
PROJECTOR
Aan/uit projector
9
TUNING /
ADJUST
w
Ins van de tijd / radiofrequenties
10
Radio Aan/Uit
11
MEMORY
Handmatig zenders opslaan
12
TUNING /
ADJUST
s
Instellen - van de tijd / radiofrequenties
13
ADJUST
Roteren van de projectie
14
SLEEP
Sluimerfunctie
15
SNOOZE /
DIMMER
Alarm herhalen /Lichtintensiteit van het
scherm verminderen
16
PRESET
Selecteren van opgeslagen radiozenders.
17
Voedingskabel
18
Batterijencompartiment
19
PHONES
Koptelefoonaansluiting
20
AUX IN
Aansluiting voor een extra apparaat
21
Temperatuursensor
22
Draadantenne
23
REVERSE
PROJECTION
Omkeren van de projectie
18
17
19 20 21
22
23
KOPTELEFOONAANSLUITING
Op het apparaat kan een koptelefoon (niet inbegrepen) worden
aangesloten die voorzien is van een jack-aansluiting Ø 3,5mm van
maximaal 100 dB.
• Sluit de koptelefoon aan op de aansluiting (19).
NB
: Als de koptelefoon is aangesloten, worden de luidsprekers
automatisch uitgeschakeld. Gebruik het apparaat op een comfortabel
luisterniveau om de gezondheid van de gebruiker te beschermen.