29
DE OPTIMATE 4 GEBRUIKEN
CHARGE
SAVE
MAINTAIN
TEST - - -
AMPS
DUAL PROGRAM
C
C
C
C
C
C
C
P
P
PS
PS
S
S
S
S
P
E
7
7
10
9
8
3
4
6
5
5
2
1
3
4
+
= Program 2 CAN-bus
DUBBEL PROGRAMMA:
de OptiMate 4 is uitgerust met twee laadprogramma’s. Er kan slechts één programma
tegelijkertijd worden uitgevoerd. Afhankelijk van het geselecteerde model van de OptiMate 4 zal programma 1 (STANDAARD) of
programma 2 (CAN-bus) standaard zijn ingesteld.
Programma 1 (STANDAARD)
is het normale laadprogramma voor rechtstreekse aansluiting op een accu in elke mogelij ke
conditie.
Alle programmafuncties zij n actief, inclusief Standaard, TURBO- en PULS-desulfateringsmodus.
Programma 2 (CAN-bus)
activeert automatisch een 12 V-uitgang op voertuigen die zij n uitgerust met een CAN-bus, voor het
laden, testen en onderhouden van de accu wanneer het voertuig is gestald.
De standaard desulfateringsmodus en de
TURBO-desulfateringsmodus met hoge spanning zij n gedeactiveerd. De PULS-desulfateringsmodus met lage spanning
blij ft actief, om een ontladen accu die aan het bedradingscircuit van het voertuig blij ft gekoppeld, te herstellen.
Programma 2 kan ook worden gebruikt om een accu in of buiten het voertuig rechtstreeks te laden en te onderhouden,
maar kan
niet worden gebruikt om een gesulfateerde accu te herstellen.
Om een gesulfateerde accu te herstellen, kiest u programma 1 en
volgt u de instructies onder
DIEP ONTLADEN VERWAARLOOSDE ACCU’S.
Programma-indicatie
wanneer de lader niet is aangesloten op een 12 V-uitgang of accu.
– STANDAARD: alleen LED #1 (VOEDING AAN), blijft branden.
– CAN-bus: LED #1 (VOEDING AAN) blijft branden en zowel LED #3 (DESULFATEREN) als LED #4 (LADEN) knipperen steeds kort
met regelmatige tussenpozen.
Om van het ene programma over te schakelen naar het andere:
1.
Koppel de lader los van de AC-voeding.
2.
Bevestig de accuklemmenset op de lader en sluit de negatieve klem rechtstreeks aan op de positieve klem.
3.
Sluit de lader opnieuw aan op de AC-voeding.
4.
Let op de volgende ledindicaties:
LED #3+4+5+6+7 knipperen 12 keer tijdens het selecteren van het andere programma (5x langzaam, 5x snel, 2x langzaam).
Na overschakeling naar het andere programma zijn de volgende indicaties te zien (terwijl de accuklemmen nog steeds op elkaar
zijn aangesloten):
– Overgeschakeld van CAN-bus naar STANDAARD: alleen LED #1 (VOEDING AAN) blijft branden.
– Overgeschakeld van STANDAARD naar CAN-bus: LED #3 en LED #4 knipperen beide met regelmatige tussenpozen, meteen
gevolgd door LED #8.
5.
Koppel de accuklemmen los. De OptiMate 4 is klaar om een accu te laden op basis van het geselecteerde programma.
ECO-STROOMBESPARINGSMODUS WANNEER DE LADER OP HET ELEKTRICITEITSNET IS
AANGESLOTEN:
De vermogensomzetter wordt in de ECO-modus gezet wanneer de lader niet is aangesloten op een accu. Dit resulteert in een zeer
lage stroomopname van minder dan 0,5W, wat overeenkomt met een stroomverbruik van 0,012 kWh per dag. Als er een accu is
aangesloten op de lader is het stroomverbruik afhankelijk van de stroombehoefte van de accu en het aangesloten voertuig / de
elektronische circuits. Wanneer de accu opgeladen is en het laadprogramma in de langetermijnonderhoudslaadmodus staat (om de
accu 100% vol te houden) wordt het totale stroomverbruik geschat op 0,060 kWh per dag of minder.
BEGINNEN MET LADEN
VOEDING AAN: LED #1 –
Deze LED bevestigt de AC stroomtoevoer naar de lader.
BESCHERMING OMGEKEERDE POLARITEIT: LED #2 –
Brandt wanneer de accu verkeerd is aangesloten. De lader is
elektronisch beschermd en zal dus niet beschadigd raken. De uitgang blijft uitgeschakeld tot de aansluiting gecorrigeerd is.
LAADSTROOMBALK: LED #8, 9, 10 –
Brandt wanneer een pulsstroom of continue stroom wordt geleverd aan de accu.
Stroomsterkte-indicaties: LED #8: 0,2 A LED #8+9: 0,5 A LED #8+9+10: 0,8 A
TM240-IN1-130322_113%.indd 29
13-03-21 4:58 PM