192
9 O P TIO N ELE ACC E S SOIR E S
i
Let erop dat de Vulkamer niet te vol
is (zie hoofdstuk 6.4 “Vullen van de
Vulkamer”, pagina ).
i
Vul de Vulkamer alleen tot aan de
onderrand van de Vulhulp.
X
Duw de stop in de centrale ope-
ning.
X
Zet het bovenste deksel erop door
het met de wijzers van de klok mee
te draaien.
X
Schroef de Vulhulp los van de Ver-
damper door hem 90° tegen de wij-
zers van de klok in te draaien.
X
Plaats het onderste deksel op de
Vulhulp door hem tegen de wijzers
van de klok in te draaien.
X
Plaats de Koeleenheid op de Ver-
damper door deze 90° met de wij-
zers van de klok mee te draaien.
9.2
Doseercapsules
(voor eenmalig gebruik)
en Bewaardoos
i
Met de als accessoire verkrijgbare
Doseercapsules kunt u met het op
voorraad fijngemaakte plantenma
-
teriaal toevoegen en in de Bewaar-
doos bewaren tot u het gebruikt.
Dit vergemakkelijkt het gebruik.
i
De Doseercapsules worden
slechts een maal gebruikt. Gooi ze
na gebruik weg bij het restafval.
i
De Bewaardoos heeft ruimte voor
acht Doseercapsules.
9.2.1 Vullen van de
Doseercapsules
X
Maal het plantenmateriaal fijn met
de Storz & Bickel Kruidenmolen.