STARFLEX PRO JP01-102-120, User Manual, Page: 120 / 143

120
Les 1
A. De trampoline betreden en verlaten: demonstratie van de juiste technieken
B. De basissprong: demonstratie en oefening
C. Afremmen (de sprong sturen): demonstratie en oefening. Leren vertragen op verzoek
D. Handen en knieën: demonstratie en oefening. De nadruk ligt hierbij op een aangepaste
vierpuntslanding.
Les 2
A. Herhaal en oefen de geleerde technieken uit les 1.
B. Kniesprong: demonstratie en oefening. Leer hoe u op uw knieën kunt landen alvorens een halve
bocht naar links en rechts te maken.
C. Zitsprong: demonstratie en oefening. Leer de basis zitsprong, gevolgd door een kniesprong, op
handen en knieën; herhaal.
Les 3
A. De vaardigheden en technieken die in les 2 werden aangeleerd, herhalen en oefenen.
B. Voorwaartse sprong: Om de voorwaartse sprong aan te leren zonder zich te staven, dienen
beginners in buikligging (met het gezicht naar beneden) te starten, waarbij de instructeur verkeerde
houdingen kan corrigeren die tot letsels zouden leiden.
C. Begin met een sprong op handen en knieën, strek dan uw lichaam uit in buikligging en land terug
op de mat op uw voeten.
D. Routineoefening: sprong op handen en knieën, voorwaartse sprong, landing op de voeten,
zitsprong, landing op de voeten, zitsprong, landing op de voeten.
Les 4
A. Herhaling en oefening van vaardigheden en technieken die in eerdere lessen werden aangeleerd
B. Halve
draai
i. Begin in buikligging en, zodra u in aanraking komt met de mat, steekt u uw armen uit naar
rechts of links en draait u uw hoofd en schouders in dezelfde richting.
ii. Zorg er bij het draaien voor dat u evenwijdig aan de mat blijft en houd uw hoofd omhoog.
iii.
Na het draaien landt u in buikligging.
iv.
Na deze les kent de leerling de basistrampolinesprongen. Springers moeten worden aangemoedigd
hun eigen routines te ontwikkelen met de nadruk op beheersing en vorm.
"BOND" is een spel om leerlingen aan te moedigen om te proberen routines te ontwikkelen. Er zijn
minstens twee spelers nodig om dit spel te spelen. De eerste speler begint met een figuur. De tweede
speler moet de figuur van de eerste speler herhalen en er een andere aan toevoegen. Elke speler
moet de routine correct uitvoeren in de juiste volgorde. De eerste die mist, krijgt de letter "B". Dit gaat
zo door totdat iemand het woord "BOND" spelt. De laatst overgebleven deelnemer wordt tot winnaar
uitgeroepen! Zelfs tijdens dit spel is het belangrijk om uw routines beheerst uit te voeren en niet te
proberen moeilijke sprongen te maken of sprongen te maken die vaardigheden vereisen die u nog niet
onder de knie heeft.
U dient contact op te nemen met een gecertificeerde trampoline-instructeur om uw
trampoline-vaardigheden verder te ontwikkelen.