NEDERLANDS
67
SNELVRIEZEN MET KERNTEMPERATUURVOELER
Druk op de omhoog- en omlaagknoppen om de gewenste kerntemperatuur in te stellen.
Druk op de omhoog- en omlaagknoppen om de gewenste opslagtemperatuur in te
stellen.
Druk op de knop Stand-by om de cyclus te starten.
Druk op de knop “snelvriezen met kerntemperatuurvoeler” om deze cyclus te kiezen.
Het symbool voor de kerntemperatuurvoeler en het symbool voor snelvriezen gaan
knipperen.
In het display wordt de normale nominale temperatuur van de opslagruimtesensor
tijdens het snelvriezen weergegeven.
Druk op de omhoog- en omlaagknoppen om de gewenste minimale
omgevingstemperatuur in te stellen.
Druk op de omhoog- en omlaagknoppen om de gewenste kerntemperatuur in te stellen.
Druk op de knop “snelvriezen met kerntemperatuurvoeler” om de ingestelde waarde
te bevestigen.
In het display wordt de kerntemperatuur weergegeven.
Het symbool voor snelvriezen verschijnt en wordt constant weergegeven.
Het pictogram van de Kerntemperatuurvoeler blijft knipperen.
Druk op de knop “snelvriezen met kerntemperatuurvoeler” om de ingestelde waarde
te bevestigen.
Vervolgens wordt de opslagtemperatuur in het display weergegeven.
Het symbool voor snelvriezen wordt constant weergegeven.
De pictogrammen van de Conserverings- en Kerntemperatuurvoeler knipperen.
Druk op de knop “cyclus met snelkoeling en kerntemperatuurvoeler” om de ingestelde
waarde te bevestigen.
Vervolgens wordt de opslagtemperatuur in het display weergegeven.
Het symbool voor snelkoeling wordt constant weergegeven.
De pictogrammen van de Conserverings- en Kerntemperatuurvoeler knipperen.
Druk op de knop “cyclus met snelkoeling en kerntemperatuurvoeler” om de ingestelde
opslagtemperatuur te bevestigen.
Druk op de omhoog- en omlaagknoppen om de gewenste opslagtemperatuur na afloop
van de cyclus op te slaan.
Druk op de knop Stand-by om de cyclus te starten.
Druk op de knop “snelvriezen met kerntemperatuurvoeler” om de ingestelde waarde te
bevestigen.