GEBRUIKSAANWIJZING
62
Foutcode Defect/Probleem
Reden
Oplossing
Er1
Snelle koeling kan niet worden gestart vanuit stand-by.
Bij snelle koeling stopt de cyclus, en de sturing keert
terug naar stand-by.
Tijdens opslag stopt de cyclus niet, en de compressor
start met regelmatige tussenpozen.
Ruimtesonde defect
Controleer de aansluiting en het
functioneren van de ruimtesonde
Er2
Snelkoelen met temperatuurinstelling kan niet worden
gestart vanuit stand-by.
Tijdens de cyclus voor snelkoelen met temperatuurin-
stelling verspringt deze op snelkoelen met tijdinstelling.
Geen effect tijdens opslag
Kerntemperatuurvoeler is
defect
Controleer de aansluiting en het
functioneren van de kerntempera-
tuurvoeler
E3
Geen effect op stand-by tijdens Snelkoelen en Opslag.
Ontdooien, indien van toepassing, wordt door time-out
afgebroken.
Verdampersonde defect (alleen
wanneer verdampersonde is
ingeschakeld)
Controleer de aansluiting en het
functioneren van de verdamper-
sonde
Er4
Enkel signaal op de display.
Condensatorsonde defect
(alleen wanneer condensator-
sonde is ingeschakeld)
Controleer de aansluiting en het
functioneren van de condensator-
sonde
AL1
Geen effect op stand-by en tijdens Ontdooien.
Alarmsignaal Deur open
Sluit de deur
AL2
Geen effect op stand-by.
Tijdens het snelkoelen en opslag wordt de cyclus afge-
broken en het bedienpaneel gaat terug op stand-by.
Hogedruk-alarm
Hef de oorzaak van het alarm op/
reinig de condensator, schakel het
bedienpaneel uit en vervolgens
weer in.
AL3
De lopende cyclus wordt afgebroken, alle uitgangen
worden gedeactiveerd m.u.v. de condensatorventilato-
ren.
Hoge temperatuur condensa-
tor-alarm (alleen wanneer con-
densatorsonde is ingeschakeld)
Wacht tot condensator is af-
gekoeld. Reinig de condensator.
AL4
Kerntemperatuurvoeler niet ingebracht.
Kerntemperatuurvoeler niet
ingebracht
Controleer of de kerntemperatuur-
voeler op juiste wijze werd inge-
bracht
FOUTCODES
BEWAARTERMIJN
Een bereid product dat versneld is afgekoeld, kan na behandeling in een koelkast worden bewaard.
Zorg ervoor dat de opslagtemperatuur tussen de 0°C en 4°C ligt, afhankelijk van het type voedingswaar.
Bij gebruik van vacuümtechniek kan de opslagtijd worden verlengd.
Versneld ingevroren producten kunnen 3 tot 18 maanden goed blijven in een opslagvriezer, afhankelijk van de aard
van de voedingswaar.
In een dergelijk geval dient u altijd een temperatuur van -18°C of minder aan te houden. Bereide producten die
gekoeld moeten worden, mogen niet worden bewaard op kamertemperatuur. Om de versheid van het product te
waarborgen, dient u vochtverlies te voorkomen.
VULLEN VAN HET APPARAAT / PLAATSING VAN DE CONTAINERS
Stapel de producten die gekoeld moeten worden niet op elkaar. De dikte moet kleiner zijn dan 50 mm bij snelvriezen en
80 mm bij snelkoeling (fig. 8).
Zorg ervoor dat er ruimte is tussen de diverse lagen met het oog op de luchtcirculatie (fig. 9).
Plaats de containers zo ver mogelijk naar achteren in de kast, in de buurt van de ventilator/ventilatoren (fig. 10).
Als het apparaat niet volledig is gevuld met het maximale aantal containers, dienen de containers gelijkmatig te worden
verdeeld zodat de onderlinge afstand hetzelfde is (fig. 11).
Afb. 8
Afb. 10
Afb. 11
0.5 - 2 cm.
Afb. 9