www.snapper.com
14
Verversen van de motorolie
1. Raadpleeg de handleiding van de motorfabrikant voor de
juiste oliespecificaties, procedures en de juiste
onderhoudsintervallen.
2. De olie kan op de gemakkelijkste/schoonste manier worden
ververst door de maaier op zijn zijkant te draaien en de olie
weg te laten lopen (zie afbeelding). Tap de olie via een
peilstokslang
(A, figuur 13)
af in een bak. Neem voldoende
tijd zodat alle olie is afgetapt.
Belangrijk:
Tap de brandstoftank af voordat u de machine
kantelt. Kantel de machine NIET zodanig dat de carburateur of
bougie omlaag zijn gericht. Olie uit het carter zal het luchtfilter
verzadigen waardoor de motor moeilijk of helemaal niet meer
kan worden gestart. Als vervuiling optreedt, moet het luchtfilter
worden vervangen.
3. Voer de afgetapte olie op de juiste manier af.
4. Vul de motor met olie volgens de specificaties in de
handleiding van de motorfabrikant. Vul de tank niet teveel.
Onderhoud van het luchtfilter
Raadpleeg de handleiding van de motorfabrikant voor specifieke
onderhoudsinstructies voor het luchtfilter.
Controleren van het
veiligheidsvergrendelsysteem
1. Start de maaier.
2. Laat het maaibladhendel los.
De motor moeten binnen
3 seconden stoppen.
Als de motor niet stopt,
mag de maaier niet worden gebruikt
.
Breng de maaier naar een erkende dealer voor onderhoud.
Vuil van de maaier verwijderen
1. Verwijder stof en vuil van de bovenkant van het maaidek.
2. Reinig eventueel opgehoopt vuil op of rondom de motor
etc.
Controleer de onderdelen tijdens het reinigen op slijtage en
beschadiging. Vervang versleten en beschadigde onderdelen
onmiddellijk.
Aandrijfhendel
De aandrijfhendel
(A, Figuur 14)
moet de transmissie
inschakelen als de handel naar achteren tegen de stuurstang
wordt geduwd en moet de transmissie uitschakelen als de
hendel wordt losgelaten. Als de transmissie niet volledig wordt
in- of uitgeschakeld, moet u contact opnemen met uw erkende
Snapper-dealer voordat u de maaier gebruikt.
Figuur 13: Aftappen van de motorolie
WAARSCHUWING
Voer GEEN onderhoud, aanpassingen of service uit als de
motor en/of het maaiblad draait. STOP de motor en het
maaiblad. Maak de bougiekabel los en houd deze uit de buurt
van de bougie. Motor en onderdelen zijn HEET. Voorkom
ernstige brandwonden door alle componenten lang genoeg te
laten afkoelen.
!
!
A
WAARSCHUWING
Voer GEEN onderhoud, aanpassingen of service uit als de
motor en/of het maaiblad draait. STOP de motor en het
maaiblad. Maak de bougiekabel los en houd deze uit de buurt
van de bougie. Motor en onderdelen zijn HEET. Voorkom
ernstige brandwonden door alle componenten lang genoeg te
laten afkoelen. Draag stevig leren handschoenen bij de
omgang met of werken rondom maaibladen. De maaibladen
zijn zeer scherp en kunnen ernstig letsel veroorzaken.
!
!
Onderhoud
Figuur 14: Aandrijfhendel
A
(onderdelen voor de duidelijkheid verwijderd)
Not
for
Reproduction
Not
for
Reproduction