13
Onderhoudschema
WAARSCHUWING
Voer GEEN onderhoud, aanpassingen of service uit als de
motor en/of het maaiblad draait. STOP de motor en het
maaiblad. Maak de bougiekabel los en houd deze uit de buurt
van de bougie. Motor en onderdelen zijn HEET. Voorkom
ernstige brandwonden door alle componenten lang genoeg te
laten afkoelen. Draag stevig leren handschoenen bij de
omgang met of werken rondom maaibladen. De maaibladen
zijn zeer scherp en kunnen ernstig letsel veroorzaken.
!
!
MAAIER
Om de 8 uur of dagelijks
Controleer het veiligheidsvergrendelsysteem
Verwijder het vuil van de maaier
Om de 25 uur of jaarlijks*
Controleer de maaier op losse bevestigingsmiddelen
Raadpleeg uw dealer jaarlijks om
de maaier te smeren
het maaiblad te controleren **
de stoptijd van het maaiblad te controleren
de aandrijfriem te controleren
de accu en kabels te reinigen (indien aanwezig)
MOTOR
De eerste 5 uren
Ververs de motorolie
Om de 8 uur of dagelijks
Controleer het motoroliepeil
Om de 25 uur of jaarlijks*
Reinig het motorluchtfilter en het voorfilter
(indien aanwezig) **
Om de 50 uur of jaarlijks*
Ververs de motorolie
Vervang het oliefilter (indien aanwezig)
Jaarlijks
Vervang het luchtfilter
Vervang het voorfilter (indien aanwezig)
Raadpleeg uw dealer jaarlijks om
de geluiddemper en vonkenvanger te inspecteren
(indien aanwezig)
de bougie te vervangen
het brandstoffilter te vervangen (indien aanwezig)
het luchtkoelsysteem van de motor te reinigen
* Welke als eerste komt
**Controleer de bladen vaker bij gebruik op zandige bodem of
in zeer stoffige omgevingen.
* Welke als eerste komt
**In stoffige omgevingen of als vuildeeltjes in de lucht
aanwezig is, moet u vaker reinigen.
Onderhoud
Not
for
Reproduction
Not
for
Reproduction