Nederlands
Installatie-instructies
WAARSCHUWING
Lees de Veiligheidshandleiding voordat u dit
apparaat installeert en in gebruik neemt.
Zorg dat de netvoeding en de accu zijn
losgehaald voordat u de SPCP432/433 of PSU
op het SPC-systeem vervangt of installeert.
Houdt u aan alle voorzorgsmaatregelen om de
vorming van statische energie te voorkomen
als u werkt met connectoren, draden,
klemmen en printplaten.
Kennismaking met de SPCP432/433
De SPCP432/433 is een voedingseenheid (PSU)
gecombineerd met een 2-deuruitbreiding die overal
op de SPC X-BUS kan worden geplaatst. De
uitbreiding bewaakt de PSU op overstroom,
zekeringfouten, stroomstoring, PSU-storing,
communicatiefouten en accuproblemen. De
uitbreiding ontvangt voeding en gegevens direct van
de PSU via een connectorkabel en communiceert
via de SPC X-BUS met de SPC-controller.
In Afb. 1 ziet u de uitbreiding (grijs gemarkeerd)
gemonteerd op de PSU.
Zie Afb. 1: SPCP432/433 (uitbreiding gemonteerd
op PSU)
1.
Ingangblok netstroom
2.
Ingangstransformator
3.
Led netvoeding (zie
Appendix A: Led-status
)
4.
Led laadniveau accu (zie
Appendix A: Led-
status
)
5.
Led zekeringfout (
zie Appendix A: Led-status
)
6.
Led stroombegrenzing (zie
Appendix A: Led-
status
)
7.
Status-led (zie
Appendix A: Led-status
)
8.
Accuselectie (zie Appendix B: Accu-aansluiting).
Als het geselecteerde accutype niet
overeenkomt met de accu, kan de accu te
langzaam worden opgeladen waardoor 80% van
de capaciteit niet binnen de vereiste tijd wordt
bereikt, of de accu wordt te snel opgeladen
waardoor de levensduur afneemt. De PSU geeft
een fout aan als de jumper niet is aangebracht.
9.
PSU 4-pins interface: aansluiting met item 12,
voedings- en gegevensconnector, met een
directe kabel.
10.
PSU-uitgangen (uitgang 1, uitgang 2): elke
uitgang is afzonderlijk beveiligd met
elektronische 1,25 A zekeringen.
WAARSCHUWING:
De totale bedrijfsstroom die wordt gebruikt
door uitgang 1 en 2
samen, mag niet meer zijn dan 1,5 A (750
mA per uitgang). Zodoende wordt
gegarandeerd dat er voldoende stroom
beschikbaar is om de accu binnen 24 uur op
te laden tot 80% van de normale capaciteit.
Als het systeem meer stroom nodig heeft,
kunt u overwegen een extra PSU of een PSU
met meer vermogen aan te sluiten.
11.
Accuconnectoren (BAT+, BAT-): 2 A zekeringen.
12.
PSU 4-pins interface: aansluiting met item 9,
voedings- en gegevensconnector, met een
directe kabel.
13.
Afsluitjumper: deze jumper is standaard altijd
aangebracht, maar bij de bedrading voor een
sterconfiguratie moet de jumper worden
verwijderd (zie sectie
Bedrading van X-BUS-
interface
).
14.
Sabotage negeren [J1]: de jumperinstelling
bepaalt de werking bij sabotage. De
sabotagefunctie kan worden gedeactiveerd door
J1 aan te brengen.
15.
Schakelaar sabotage voorzijde: de uitbreiding
heeft aan de voorzijde een sabotageschakelaar
met veer. Wanneer het paneel wordt gesloten,
wordt de schakelaar afgesloten door de veer.
16.
Led lezen: de led geeft aan dat gegevens
worden ontvangen van een van de kaartlezers.
17.
Zoemer: de zoemer wordt geactiveerd om de
uitbreiding te lokaliseren (zie
SPC
Configuratiehandleiding
).
18.
Schakelaars voor handmatige adressering: met
de schakelaars kan de id van elk van de twee
deurcontrollers in het systeem handmatig
worden ingesteld.
19.
X-BUS status-led
De led geeft de status van de X-BUS aan als het
systeem in de volledige engineermodus is, zoals
in de volgende tabel wordt aangegeven:
LED-status
Omschrijving
Knippert langzaam
(ongeveer elke 1,5
seconde)
De X-BUS-communicatiestatus
is OK.
Knippert snel
(ongeveer elke 0,2
seconde)
Geeft de laatste uitbreiding
op de lijn aan (geldt niet voor
ster- en multipuntconfiguratie)
20.
Uitgangen: de 2-deurcontroller biedt 2 relais voor
het aansluiten van deursloten.
21.
Kaartlezer interface 2: afhankelijk van de
configuratie wordt deze lezer gebruikt als
ingangslezer voor de tweede deur of als
uitgangslezer voor de eerste deur.
22.
Kaartlezer interface 1: de ingangslezer van de
eerste lezer wordt hier aangesloten.
23.
Ingangen voor de schakelaar voor deurvrijgave
(DRS): elke deur heeft een DRS-ingang. Als de
ingang wordt geactiveerd, wordt de
corresponderende deur ontgrendeld.
24.
Ingangen voor de sensor voor deurpositie (DPS):
elke deur heeft een DPS-ingang. De ingang
wordt gebruikt om de status van de deur te
bepalen (bijv. open, dicht). Indien gewenst kan
deze ingang daarnaast worden gebruikt als
inbraakzone.
25.
X-BUS-interface: via de communicatiebus
worden uitbreidingen gezamenlijk aangesloten
op het systeem van de SPC-serie (zie sectie
Bedrading van X-BUS-interface
).
26.
Ingangsvermogen:
0V moet zijn aangesloten op de SPC-
controller 0V (systeem GND). Gebruik geen
12 V ingang.
27.
Klemmenstrook achterste sabotageschakelaar.
(Sluit een koppeling aan over deze strook als de
sabotageschakelaar niet wordt gebruikt)
28.
Achterste sabotageschakelaar.
Zie sectie
Installatie van achterste
sabotageschakelaar
.
Zorg bij aansluiting van een accu op de
voedingseenheid dat de positieve en
negatieve kabels worden verbonden op de
bijbehorende klemmen op de PSU. Houdt u
aan alle veiligheidsmaatregelen als u werkt
met connectoren, draden, klemmen en
printplaten.
Accu laden via de voedingseenheid
Tijdens normaal gebruik laadt de PSU de accu
constant (druppel laden). Bij een stroomstoring
voorziet de accu de PSU-uitgangen van stroom
totdat de uitgangsspanning van de accu lager is dan
10,5V DC (zie sectie
Bescherming tegen
diepontlading
) en de PSU zichzelf uitschakelt.
Bedrading van X-BUS-interface
De X-BUS-interface verzorgt de verbinding van
uitbreidingen en bediendelen met de SPC-controller.
Er zijn verschillende typologieën mogelijk voor de X-
BUS. Welke wordt gekozen, is afhankelijk van de
vereisten van de installatie.
OPMERKING: maximale kabellengte van het
systeem = aantal uitbreidingen en bediendelen in het
systeem x maximumafstand voor kabeltype.
Kabeltype
Afstand
CQR-standaardalarmkabel
200 m
UTP categorie: 5 (massieve kern)
400 m
Belden 9829
400 m
IYSTY 2 x 2 x 0,6 (min)
400 m
In Afb. 2 ziet u de bedrading van de X-Bus naar een
uitbreiding/controller en een volgende
uitbreiding/controller in kanaalconfiguratie. De
aansluitingen 3A/3B en 4A/4B worden alleen
gebruikt voor de bedrading van een aftakking. Bij
een kanaalconfiguratie wordt de laatste uitbreiding
niet terug aangesloten op de controller.
Zie Afb. 2: Bedrading van uitbreidingen
1
SPC-controller
2
Vorige uitbreiding
3
SPCP432/433
4
Volgende uitbreiding
Zie de
SPC Configuratiehandleiding
van de
aangesloten controller voor meer instructies voor de
bedrading, afscherming, specificaties en
beperkingen.
Bedrading van ingangen
De uitbreiding heeft 4 geïntegreerde zone-ingangen.
Deurconfiguratie
Als de I/O voor een bepaalde deur is geconfigureerd
als ‘Deur’, worden de ingangen gebruikt voor een
deurpositiesensor (DPS) en deurvrijgaveschakelaar
(DRS).
Ze kunnen voor de EOL als volgt worden
geconfigureerd:
•
Geen End of Line (NEOL)
•
Enkele End of Line (SEOL)
•
Dubbele End of Line (DEOL)
De configureerbare zonetypen zijn:
•
Alarm
•
Ingang/Uitgang
•
Technisch
•
Ongebruikt
Zie Afb. 3: Aansluiting voor DPS-ingang
1
Magneetcontact
Zie Afb. 4: Aansluiting voor DRS-ingang
1
Uitgangsschakelaar
Zie de
SPC Configuratiehandleiding
voor alle
mogelijke weerstandswaarden en combinaties.
Configuratie van zones / uitgangen
Als een I/O voor een bepaalde deur is
geconfigureerd als ‘Zones/Uitgangen’, kunnen de
ingangen worden gebruikt als normaal bedrade
zones, met de uitzondering dat hun zonenummers
zweven (niet gekoppeld aan X-BUS-id, vergelijkbaar
met draadloze zonenummers). De uitgangen worden
normaal gebruikt.
Zie de
SPC Configuratiehandleiding
voor alle
mogelijke weerstandswaarden en combinaties naast
de configureerbare zonetypen.
Antimasking wordt alleen gerapporteerd als
type ‘Alarm' aan ARC als het gebied of
systeem is ingeschakeld.
Bedrading van uitgangen
De uitbreiding heeft 2 relais. Dit zijn enkelpolige
wisselrelais, 30V DC / 1 A resistieve belasting.
Als de I/O voor een bepaalde deur is geconfigureerd
als ‘Deur’, kan het relais worden gebruikt om een
deurslot te openen. Anders wordt het geconfigureerd
voor ‘Zones/Uitgangen’ en kan het relais worden
toegewezen aan een van de uitgangen van het SPC-
systeem.
In Afb. 5 ziet u de bedrading van een normaal
gesloten uitgang die wordt gebruikt met enkele typen
deursloten.
Zie Afb. 5: Bedrading van deurslot
Adressering van X-BUS
Voor informatie over adressering, reconfiguratie,
plaats van apparaten, bewaking, bewerken van
namen, communicatietype van X-BUS en
storingtimer zie de
SPC Configuratiehandleiding.
Accuspanning testen
De PSU controleert het laadniveau van de accu
door een belastingsweerstand over de
accuklemmen te plaatsen en de resulterende
spanning te meten en garandeert zo dat de
accuspanning in lasttoestand niet significant daalt.
De accutest wordt om de 5 seconden uitgevoerd.
Bescherming tegen diepontlading
Als zich bij de SPCP432/433 een stroomstoring
voordoet, wordt de reserveaccu ingeschakeld om
stroom te leveren. Een accu kan de voeding slechts
voor een beperkte tijd verzorgen als de
stroomstoring lang aanhoudt. De accu ontlaadt
zichzelf geleidelijk.
Om te voorkomen dat een accu onherstelbaar wordt
beschadigd, gebruikt de PSU geen stroom meer van
de accu als de uitgangsspanning van de accu 10,5V
DC bereikt. Als de netspanning is hersteld, wordt de
accu weer opgeladen.
Summary of Contents for SPCP432
Page 18: ......