46
Let voor de veiligheid goed op het volgende
VOORZORGSMAATREGELEN
6
7
8
Gebruik de kachel niet
op grote hoogte
Mocht de kachel op een plaats hoger dan 1000 meter boven zeeniveau worden gebruikt
dan dient de kachel hiervoor te worden aangepast. Neem contact op met uw dealer om
deze aanpassing uit te laten voeren. Als de kachel zonder aanpassing gebruikt wordt kan
Stop het gebruik van de kachel
wanneer onregelmatigheden
worden bespeurd
Stop het gebruik onmiddellijk en neem contact met uw dealer wanneer u onvolledige
verbranding, een vreemde geur of rook bespeurt
Verplaats de kachel niet
terwijl deze brandt
9
10
16
Voorzorgsmaatregel
voor het uitschakelen
van de kachel
Let erop dat de bedrijfsindicator uit (OFF) staat voordat u de de netstekker uit het
stopcontact trekt.
Uitschakelen bij
aanvullen van de
brandstof
Let er op dat de kachel altijd uit staat wanneer brandstof moet worden bijgevuld - dit om
brand te voorkomen.
Gebruik de kachel niet
op de volgende
plaatsen
Om ongelukken, letsel, enz. te vermijden mag u de kachel niet op de volgende plaatsen gebruiken:
• Op een trillende vloer
• Op een schuine (niet horizontale) vloer
• In trappenhuizen, bij nooduitgangen, in deuropeningen, enz.
• Bij instabiele stapels
• Op winderige, vochtige of stoffige plaatsen of waar metalen stofdeeltjes ronddwarrelen]
• Op een plaats waar de kachel in de weg staat
11
12
13
15
Gebruik enkel het
correcte voltage
De kachel moet voor
het gebruik worden
geaard
Controleer of een geaard netsnoer gebruikt wordt. Als de kachel zonder aarding gebruikt
wordt, kan dit leiden tot elektrische schok.
Gebruik alleen de elektrische spanning en de frequentie op de modelplaat om brand,
elektrische schok en/of schade te voorkomen.
Gebruik handschoenen
Bij het reinigen van de kachel dient u handschoenen te gebruiken om brandwonden aan
uw handen en vingers te voorkomen.
U mag de kachel niet bij
het huisvuil zetten
Als u de kachel weg wilt gooien moet u dit volgens de richtlijnen van de wet doen en de
plaatselijke overheid of een specialist raadplegen over hoe u de kachel kunt laten verwijderen.
17
18
Temperatuur in de
omgeving.
Zorg ervoor dat de verwarming wordt gebruikt tussen temperaturen van –20
°
en 40
°
C (–4
°
en
104
°
F). Als de verwarming wordt gebruikt bij temperaturen boven 40
°
C (104
°
F), zal het toestel
oververhit raken, hetgeen zal leiden tot brand. Wanneer de verwarming wordt gebruikt bij
temperaturen onder de 0
°
C (32
°
F), moet u ervoor zorgen dat er winterbrandstof wordt gebruikt.
Handleiding
Lees om de kachel veilig te kunnen gebruiken de handleiding aandachtig door voordat u
de kachel in gebruik neemt.
19
Gebruik geen brandstof
van een lage kwaliteit
Gebruik geen brandstof van een slechte kwaliteit zoals ongeraffineerde olie of brandstof
vermengd met water.
Verplaats de kachel niet terwijl deze brandt of in werking is om brand te voorkomen
mocht de kachel omvallen.
20
Wees voorzichtig bij het
verplaatsen en opslaan
van de kachel
Het verplaatsen en opslaan van de kachel dient op een effen ondergrond te gebeuren om
lekken van brandstof te vermijden.
14
Zorg ervoor dat de
vlammen gedoofd zijn
Na het uitschakelen van de kachel dient u te controleren dat de vlam volledig gedoofd is
voordat u de kachel onbemand achter laat.
21
Kinderen of minder
validen mogen dit
verwarmingstoestel
niet bedienen
Dit verwarmingstoestel mag niet worden bediend door kinderen of lichamelijk
gehandicapten, of door personen met onvoldoende kennis van zaken of ervaring, behalve
onder toezicht en na afdoende training.
22
Kijk in geen geval
rechtstreeks in de
straalschijf
Kijk wanneer het verwarmingstoestel in gebruik is in geen geval rechtstreeks in de
straalschijf. Dit kan namelijk leiden tot oogletsel.