109
5 DIAGNOSE EN OPLOSSINGEN
Reparaties of vervangingen aan de installatie
mogen alleen door vakbekwaam technisch perso-
neel worden uitgevoerd.
In geval van reparaties of vervangingen aan de installatie
door onbevoegd personeel vervalt onmiddellijk de garantie
op het product.
Er mag geen enkel soort wijzigingen aan de installatie wor-
den aangebracht.
Als de lasser zich niet aan deze regels houdt, kan de fabri-
kant niet aansprakelijk gesteld worden.
De installatie gaat niet aan (groene led uit)
Oorzaak
Geen stroom op het stopcontact.
Oplossing Controleren en de elektrische installatie repareren.
Wendt u tot gespecialiseerd personeel.
Oorzaak
Stekker of stroomkabel defect.
Oplossing Beschadigde component vervangen.
Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Oorzaak Lijnzekering
doorgebrand.
Oplossing Beschadigde component vervangen.
Oorzaak
Aan/uit schakelaar defect.
Oplossing Beschadigde component vervangen.
Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Oorzaak Elektronica
defect.
Oplossing Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Geen uitgaand vermogen (de installatie last niet)
Oorzaak Toortsknop
defect.
Oplossing Beschadigde component vervangen.
Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Oorzaak Installatie oververhit (thermisch alarm – gele led aan).
Oplossing Wacht tot de installatie afgekoeld is zonder hem uit te zetten.
Oorzaak Zijkant open of deurschakelaar defect.
Oplossing Voor de veiligheid van de lasser moet het zijpaneel
tijdens het lassen gesloten zijn.
Beschadigde component vervangen.
Wend u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
voor de reparatie van de toorts.
Oorzaak
Massa-aansluiting niet correct.
Oplossing Maak een correcte massa-aansluiting.
Raadpleeg de paragraaf “Inbedrijfstelling”.
Oorzaak Netspanning buiten bereik (gele led aan).
Oplossing Breng de netspanning weer binnen het voedings-
bereik van de generator.
Sluit de installatie goed aan.
Raadpleeg de paragraaf “Aansluiting”.
Oorzaak Afstandsschakelaar defect.
Oplossing Beschadigde component vervangen.
Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Oorzaak Elektronica
defect.
Oplossing Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Uitgaand vermogen niet correct
Oorzaak
Verkeerde instellingen van de parameters en van
de functies van de installatie.
Oplossing Reset de installatie en stel de lasparameters
opnieuw in.
Oorzaak
Potentiometer/codeerorgaan voor het afstellen van
de lasstroom defect.
Oplossing Beschadigde component vervangen.
Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Oorzaak
Netspanning buiten bereik.
Oplossing Sluit de installatie goed aan.
Raadpleeg de paragraaf “Aansluiting”.
Oorzaak
Er ontbreekt een fase.
Oplossing Sluit de installatie goed aan.
Raadpleeg de paragraaf “Aansluiting”.
Oorzaak Afstandsschakelaar
defect.
Oplossing Beschadigde component vervangen.
Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Oorzaak Elektronica
defect.
Oplossing Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Draadvoortgang geblokkeerd
Oorzaak Toortsknop
defect.
Oplossing Beschadigde component vervangen.
Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Oorzaak
Rollen niet correct of versleten.
Oplossing Rollen
vervangen.
Oorzaak Motorreductor
defect.
Oplossing Beschadigde component vervangen.
Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Oorzaak Toortshuls
beschadigd.
Oplossing Beschadigde component vervangen.
Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Oorzaak
Draadtoevoer niet gevoed.
Oplossing Controleer de aansluiting op de generator.
Raadpleeg de paragraaf “Aansluiting”.
Wendt u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
om de installatie te laten repareren.
Oorzaak
Onregelmatige oprolling op de spoel.
Oplossing Herstel de normale afrolling van de spoel of ver-
vang hem.
Oorzaak
Toortsmondstuk gesmolten (draad vastgeplakt).
Oplossing Beschadigde component vervangen.
Summary of Contents for Neomig 3500
Page 182: ...182 1 3 1 4 11 35 1 5...
Page 184: ...1 8 IP S IP21S 12 5 mm 2 2 1 A B 90 B 2 2 10 2 3 400V 230V 184...
Page 185: ...185 15 Vnom 400V 320V 440V 400V 15 2 1 5 2 4 MIG MAG MIG 1 5 6 2 2 3 4 10 15...
Page 189: ...189 4 5...
Page 190: ...190 Reset encoder...
Page 191: ...191...
Page 192: ...192 6 6 1 MIG 6 1 1 SHORT ARC 1a SHORT a SPRAY ARC b SPRAY ARC 1b 6 1 2 2 3 2 3 1a 1b...
Page 198: ...198 NEOMIG 4500...
Page 202: ...202 51 06 028 NEOMIG 4500...
Page 206: ...206...