42
Geschikte maatregelen omvatten onder andere zaken
zoals gewoon onderhoud en service van het elektrische
gereedschap en de inzetgereedschappen, regelmatige
onderbrekingen en de geschikte planning van de
bedrijfscycli.
In deze bedieningsinstructies hebben de we plaatsen die re-
levant zijn voor uw veiligheid, aangeduid met dit teken:
m
m
ALGEMENE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
Attentie! Bij het gebruik van elektrische gereedschappen
moeten tegen schok-, verwondings- en brandgevaar in prin-
cipe steeds de volgende veiligheidsmaatregelen in acht
worden genomen. Lees en let goed op deze adviezen voor u
een machine gebruikt.
• Houdhet werkgebied op orde. Een wanordelijke wer-
komgeving leidt tot ongelukken.
• Houdtrekening met omgevingsinvloeden. Laat elektri-
sche gereedschappen niet in de regen liggen. Gebruik
elektrische gereedschappen niet in een vochtige of nat-
te omgeving. Zorg voor een goede verlichting. Gebruik
elektrische gereedschappen niet in de buurt van brab-
dbare vloeistoffen of gassen.
• Voorkom een elektrische schok. Vermijd lichaamskon-
takt met geaarde objekten, zoals metalen buizen, radi-
atoren. C. V. kachels, koelkasten enz.
• Houdtkinderen uit de buurt. Laat andere personen niet
aan gereedschap of snoer komen, houdtze weg van het
werkgebied.
• Berg het gereedschap veilig op. Niet in gebruik zijnde
elektrische gereedschappen moeten in droge, afgeslo-
ten ruimten, buiten het bereik van kinderen bewaard
worden.
• Overbelast het gereedschap niet. Men werkt beter en
veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik.
• Gebruik het juiste gereedschap. Gebruik geen machi-
nes met een te laag vermogen of voorzetapparatuur
voor een te zware belasting. Gebruik de machines niet
voor een doel of karwei, waarvoor zij niet bestremd zijn,
bijv. gebruik geen handcirkelzaag voor het omzagen van
bomen of snoeien van takken.
• Draag geschikte werkkleding. Draag geen slobberende
kleding of sieraden. Deze kunnen door de bewegen-
de delen gegrepen worden. Bij het werken in de open
lucht zijn rubber werkhandschoenen en schoenen met
profielzolen aan te bevelen. Draag bij lang haar enn
haarnet.
• Gebruik een veiligheidsbril. Gebruik ook een stofmas-
ker bij stofverwekkende werkzaamheden.
• Gebruik het snoer niet verkeerd. Draag de machine niet
aan het snoer en gebruik het snoer niet om de stekker
uit het stopkontakt te trekken. Bescherm het snoer te-
gen hitte, olie en scherpe kanten.
• Klem het werkstuk vast. Gebruik spanelementen of een
bankschroef om het werkstuk vast te klemmen. Dit ga-
randeert een veiligere klemming dan met de hand, bo-
vendien kan men met twee handen werken.
• Zorg voor een veilige houding. Vermijd een abnormale
lichaamshouding en zorg voor een stabiel evenwicht.
• Onderhoudthet gereedschap zorgvuldig. Houdthet ge-
reedschap scherp en schoon om better en veiliger te