Installatie
[ nl ]
11
RIRS 5500HE/HW EKO 3.0
www.salda.lt
Fig. 01
Afb. 01
Pic. 01
Bild 01
- L’installation ne doit être effectuée que par du
personnel formé et quali
fi
é.
- La centrale doit être installée sur une surface
horizontale plane de telle sorte qu’elle ait 3°
d’inclinaison (Fig. 01).
- Suivre les indications indiquées sur le caisson
de la centrale pour raccorder les gaines de
ventilation.
- Avant le raccordement des gaines de venti-
lation, les piquages du dispositif de ventilation
doivent être fermés.
- En cas de besoin, il est possible de changer le
côté « service » du dispositif.
- En raccordant les gaines de ventilation, faire
attention aux directions de
fl
ux d’air indiquées
sur le panneau de la centrale.
Ne pas raccorder des coudes aux piquages de
raccordement de la centrale. La distance mini-
male du conduit d’air droit entre la centrale et la
première branche de conduit d’air souf
fl
é doit
être de 1xD et entre la centrale et la première
branche de conduits d’air rejeté - 3xD où D est
le diamètre des gaines de ventilation. Pour la
gaine rectangulaire,
où B est la largeur de la gaine et H – la hauteur
de la gaine.
- L’installation doit être effectuée de sorte que
le poids du réseau de ventilation et de tous ses
composants ne surcharge pas la centrale.
- Lors de l’installation, il est nécessaire de
laisser suf
fi
samment de place pour ouvrir les
portes de service de la centrale.
-Si la centrale installée est collée au mur, cela
peut causer des vibrations bruyantes dans le
local bien que le niveau de bruit provoqué par
les ventilateurs soit acceptable. Nous conseil-
lons de l’installer à une distance de 400 mm du
mur le plus proche. Si cela est impossible, nous
conseillons de l’installer près du mur d’un local
où le niveau de bruit n’est pas important
- De même, des vibrations peuvent être trans-
mises par le sol. Si possible, il est nécessaire
d’isoler en complément le sol a
fi
n d’étouffer le
bruit causé.
- Les tuyaux sont raccordés à la batterie de
sorte qu’on puisse démonter rapidement les
tuyaux et retirer la batterie de chauffage du
caisson lors des travaux de maintenance et de
réparation.
- Les tuyaux d’alimentations et de retours sont
raccordés de sorte que la batterie de chauffage
fonctionne dans la direction contraire au
fl
ux
d’air. Si la batterie de chauffage fonctionne
dans la même direction, la différence moyenne
des températures diminue ce qui a un impact
sur le rendement de la batterie de chauffage.
- S’il y a une possibilité d’un accès à la cen-
trale de condensat ou d’eau, il est nécessaire
d’installer des mesures de protection externes.
- De installatie kan enkel uitgevoerd worden
door bekwame en opgeleide vakmensen.
- De unit moet geïnstalleerd worden op een
horizontale en vlakke ondergrond. De unit moet
in een hellingshoek van 3
o
staan (afb. 01).
- Connecteer de unit op het buizensysteem
volgens de informatie op de behuizing van de
AHU.
- Alvorens aan te sluiten op de luchtkanalen, de
aansluitingsopeningen van het ventilatiesysteem
sluiten.
- Indien nodig kan de onderhoudszijde gewijzigd
worden.
- Let bij het aansluiten van de luchtkanalen op
de luchtstroomrichting die is aangegeven op de
behuizing.
- Sluit geen bochten aan nabij de
aansluitingsflenzen van de unit. De minimale
afstand van het rechte luchtkanaal tussen de unit
en de eerste aftakking van het luchtkanaal moet
1xD zijn in de toevoerleiding, en 3xD in de
afvoerleiding. D staat voor de diameter van het
luchtkanaal. Voor rechthoekige luchtkanalen
geldt:
waar B de breedte van het luchtkanaal is, en H
de hoogte.
- Installing should only be performed by quali
fi
ed
and trained staff.
- The unit shall be mounted on the
fl
at hori-
zontal surface so that the product is leaned by
3
o
(Pic. 01).
- Connect unit to duct system with reference to
information on AHU’s casing.
- Before connecting to the air duct system, the
connection openings of ventilation system air
ducts must be closed.
- If necessary, the maintenance side can be
changed.
- When connecting air ducts, consider the air
fl
ow directions indicated on the casing of the unit.
- Do not connect the bends near the connection
fl
anges of the unit. The minimum distance of the
straight air duct between the unit and the
fi
rst branch
of the air duct in the suction air duct must be 1xD, in
air exhaust duct 3xD, where D is diameter of the air
duct. For rectangular air ducts
where B – width of the air duct and H – height of
the air duct.
- Installation must be performed in such manner
that the weight of the air duct system and its com-
ponents would not overload the ventilation unit.
- Enough space must be left during installation
for opening of the maintenance door of the
ventilation unit.
- If the installed ventilation unit is adherent to
the wall, it may transmit noise vibrations to the
premises even though the level of noise caused
by the fans is admissible. The installation is rec-
ommended at the distance of 400 mm from the
nearest wall. If it is not possible, the installation
of the unit is recommended by the wall of the
room where the level of noise is not important.
- Also, vibrations can be transmitted through the
floo . If possible, additionally insulate the floor to
suppress the noise.
Pipes are connected to the heater in such way
that they could be easily disassembled and the
heater could be removed from the unit casing
when performing service or repair works.
Pipes with supply and return heat carriers must
be connected in such way that the heater would
work in the opposite direction for the air flow.
If the heater works using the same directions,
the mean temperature difference decreases
which affects the heater efficienc .
- If there is a possibility for condensate or water
to access the unit, external protective means
must be fitted.
- Die Montage darf nur durch ausgebildetes
und eingewiesenes Fachpersonal durchgeführt
werden.
- Das Gerät ist auf einer ebenen und horizontalen
Ober
fl
äche geneigt zu montieren 3
o
(Bild 01).
- Bei Anschliessen der Röhren, bitte den Kleber-
hinweise auf dem Gehäuse folgen.
- Vor dem Anschließen an das Luftleitungssystem
sind die Anschlussöffnungen für Luftleitungen
abzudecken.
- Bei Bedarf besteht die Möglichkeit, die Wartungs-
seite zu ändern.
- Beim Anschließen der Luftleitungen ist auf die am
Gerätegehäuse angegebenen Luftströmungsrich-
tungen zu achten.
- Schließen Sie keine Bögen in der Nähe von
Geräteanschlussstutzen an. Der Mindestabstand
einer geraden Luftleitung zwischen dem Gerät
und der ersten Abzweigung in der Zuluftleitung
muss 1xD, in der Abluftleitung 3xD betragen (D
- Durchmesser der Luftleitung). Für rechteckige
Luftleitungen gilt:
B- Breite der Luftleitung, H- Höhe der Luftleitung.
- Beim Anschließen des Ventilators an das Luftlei-
tungssystem empfehlen wir, Zusatzkomponenten .
- Die Montage ist so durchzuführen, dass durch
das Gewicht des Luftleitungssystems und aller
seiner Bauteile keine Belastungen am Lüftungs-
gerät auftreten.
- Bei der Montage ist ein ausreichender Schwenk-
bereich für die Wartungstür des Lüftungsgerätes
vorzusehen.
- Wird das Lüftungsgerät dicht an der Wand
montiert, können dadurch die Schallvibrationen
in den Raum übertragen werden, auch wenn
der Geräuschpegel der Ventilatoren akzeptabel
ist. Es ist zu empfehlen, die Montage in einem
Abstand von 400 mm zur nächstgelegenen Wand
durchzuführen. Ist dies nicht möglich, empfehlen
den Lärm abzudämpfen.
- Die Rohrleitungen sind am Heizregister so anzu-
schließen, dass sie bei Wartungs- und Instandset-
zungsarbeiten schnell demontiert werden können,
um das Heizregister aus dem Gerätegehäuse
herauszunehmen.
- Der Zu- und Rücklauf der Wärmeübertrager
ist so anzuschließen, dass das Heizregister
in entgegengesetzter Luftströmungsrichtung
funktioniert. Wird das Heizregister in gleicher
Strömungsrichtung betrieben, verringert sich die
mittlere Temperaturdifferenz, die die Leistung des
Heizregisters beein
fl
usst.
- Besteht die Möglichkeit zum Eindringen von
Kondensat bzw. Wasser ins Gerät, sind externe
Schutzvorrichtungen anzubringen.
- De installatie moet zondanig gebeuren dat het
gewicht van de luchtkanalensysteem en al diens
componenten de unit niet overbelasten.
- Er moet voldoende ruimte voorzien worden
zodat de onderhoudsdeur van de ventilatie-unit
geopend kan worden.
- Indien de ventilatie-unit dichtbij of tegen een
muur wordt gemonteerd, kan het zijn dat
vibratiegeluiden overgebracht worden naar het
gebouw, alhoewel het geluidsniveau van de
ventilatoren aanvaardbaar is. Wij bevelen de
installatie aan op een afstand van 400 mm van
de meest nabije muur. Indien dit niet mogelijk is,
raden wij aan om de unit te installeren aan de
muur van de kamer waar het geluidsniveau niet
belangrijk is.
- Het is ook mogelijk dat vibratiegeluiden via de
vloer worden overgebracht. Isoleer indien
mogelijk bijkomend de vloer om het geluid te
onderdrukken.
- De buizen moeten gekoppeld worden aan de
verwarmingsbatterij op zo'n manier dat ze
eenvoudig losgekoppeld kunnen worden en de
verwarmingsbatterij kan verwijderd worden van
de behuizing van de unit op het moment dat er
onderhouds- of herstelwerken worden
uitgevoerd.
- Aan- en afvoerbuizen moeten zodanig
gemonteerd worden dat de verwarmer werkt in
de tegenovergestelde richting van de
luchtstroom. Indien de verwarmer in dezelfde
richting werkt, vermindert het gemiddelde
termperatuurverschil, hetgeen het rendement
van de verwarmingsbatterij aantast.
- Indien water of condens de unit zou kunnen
binnendringen, dienen er externe beschermende
maatregelen genomen te worden.
