8
10 STARTEN VAN DE MOTOR
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
De motor alleen starten als u achter de maaier staat.
De maaier in elk geval op een vlak, niet met hoog gras begroeide ondergrond zetten (te
hoog gras remt de aanloop van de mesbalk en bemoeilijkt het startproces). Bij het
starten van de motor mag de machine niet omhoog worden gekanteld, maar, indien
vereist, door de duwboom omlaag te duwen slechts zo schuin worden gezet, dat het
snijgereedschap in de van de gebruiker afgewende richting wijst, maar niet verder dan
absoluut noodzakelijk is. Voordat het apparaat weer op de grond staat, moeten beide
handen zich aan het bovenste deel van de duwboom bevinden.
VOORZICHTIG
Startkabelgreep tijdens het starten stevig vastpakken. De greep zou anders uit de
hand kunnen glijden. Verwondingsgevaar!
BELANGRIJK
De motor loopt alleen wanneer de veiligheidsschakelbeugel op het bovenste deel
van de duwboom wordt gedrukt. Op het moment, dat u de schakelbeugel loslaat,
dan klapt deze door veerdruk weer terug omhoog naar zijn uitgangspositie, de
motorrem wordt geactiveerd en binnen drie seconden komen de motor en de
messenbalk tot stilstand.
AANWIJZING
Deze motor heeft een
ReadyStart
®
-systeem
: Dit systeem heeft een
temperatuurgeregelde automatische choke. De motor loopt automatisch bij optimaal
max. toerental, dat vereist is voor een zuiver snijbeeld (motortoerental = mestoerental).
54-PRO A, 54-PRO VARIO
(Afbeelding D + E )
– De veiligheidsschakelbeugel (2) op het bovenstuk van de boom (3) drukken en
vasthouden
D
.
– De startkabel (4) langzaam uittrekken tot er een weerstand merkbaar wordt, dan
snel uittrekken
E
, – de motor begint te lopen, de kabel langzaam terugvoeren.
54-PRO VARIO PLUS
(Afbeelding A + D + E )
– Beluchtingsklep (1) in het tankdeksel openen
A
.
– Brandstofkraan openen
A
.
– De veiligheidsschakelbeugel (2) op het bovenstuk van de boom (3) drukken en
vasthouden
D
.
– De startkabel (4) langzaam uittrekken tot er een weerstand merkbaar wordt, dan
snel uittrekken
E
– de motor begint te lopen, de kabel langzaam terugvoeren.
Alle modellen
Uitschakelen van de motor (Afbeelding F + A )
– Veiligheidsschakelbeugel (1) loslaten
F
.
– Brandstofkraan sluiten
A
(alleen bij model met hulptank).
Stoppen in geval van nood
Veiligheidsschakelbeugel en aandrijfschakelbeugel loslaten.
– De maaier stopt.
– Het mes komt tot stilstand.
– De motor wordt uitgeschakeld.
OPGELET
Vóór elk maaien controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorrem en
de schakelbeugel voor de rijaandrijving foutloos functioneren.
–
als de veiligheidsschakelbeugel wordt losgelaten, dan moeten motor en
mesbalk binnen drie seconden blijven stilstaaan.
–
als de schakelbeugel voor de rijaandrijving wordt losgelaten, dan moet de
machine meteen tot stilstand komen.
Anders de dichtstbijzijnde geautoriseerde vakwerkplaats opzoeken.
11 RIJAANDRIJVING
Bediening van de achterwielaandrijving (Afbeelding G )
De achterwielaandrijving wordt via de schakelbeugel (1) aan de bovenste duwboom (2)
bij lopende motor in- en uitgeschakeld:
– Aan de schakelbeugel trekken en vasthouden = maaier rijdt.
– Schakelbeugel loslaten = maaier blijft staan (0-stand).
AANWIJZING
De achterwielen klikken, als de maaier voorwaarts wordt geschoven.
54-PRO VARIO, 54-PRO VARIO PLUS
Regelen van de snelheid (Afbeelding H )
BELANGRIJK
Het regelen van de snelheid mag alleen geschieden als de motor draait, om
beschadigingen te voorkomen!
AANWIJZING
Maaien met te hoge snelheid leidt tot een slecht snijbeeld resp. vangresultaat.
Snelheid altijd aanpassen aan de gegeven omstandigheden. Bij langere
afgesneden grassprieten moet een langzamere rijsnelheid worden gekozen.
De rijsnelheid wordt ingesteld met de links aangebrachte hendel.
– Om de snelheid in te stellen de greep in beide richtingen draaien en aldus de
gewenste snelheid instellen. De pijl op de draaigreep geeft de rijsnelheid aan.
– Stand „Haas” = snel (max. snelheid).
– Stand „Schildpad” = langzaam (min. snelheid).
Alle modellen
Grasopvanginrichting
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina
3
12 GEBRUIK MET GRASOPVANGZAK
WAARSCHUWING
Bij gebruik van de grasvangzak moet deze volledig gemonteerd en in perfecte
technische staat zijn.
BELANGRIJK
Men moet erop letten dat bij het hanteren met de opvangzak de schans (1)
R1 niet verbogen wordt.
Let er bij het maaien op, dat de opvangzak op tijd wordt leeggemaakt. Het turbosignaal
op de opvangzak geeft het juiste tijdstip aan om de zak leeg te maken. In plaats van de
opvangzak kan er ook een deflector worden aangebracht (in de handel verkrijgbaar als
accessoire bestelnr. SA592).
Turbosignaal (vulstandsindicatie van de grasopvangzak)
(Afbeelding J + K )
Aan de bovenkant van de opvangzak is een indicatie geplaatst, waarmee men zien kan
of de opvangzak leeg of vol is:
– Indien de opvangzak leeg is gaat het signaal onder het maaien bol staan
J
.
– Indien de opvangzak vol is valt het signaal in elkaar; dan moet het maaien dadelijk
gestaakt en de opvangzak leeg gemaakt worden
K
.
BELANGRIJK
Indien het weefsel van de opvangzak erg vuil is gaat het signaal niet bol staan.
Het weefsel moet dan worden schoongemaakt! Alleen met een luchtdoorlatende
opvangzak is een foutloos opnemen van het gras mogelijk.
BELANGRIJK
Opvangzak niet met warm water reinigen!
Leegmaken van de opvangzak (Afbeelding L )
– Motor uitschakelen.
– Uitwerpklep openen.
– De gevulde opvangzak van de maaier met de draagbeugel uit de maaier loshaken
– de uitwerpklep sluit automatisch.
– Opvangzak aan beugel en handgleuf op de bodem vasthouden en goed
leegschudden.
Gebruik zonder opvangzak
WAARSCHUWING
Bij het gebruik zonder opvangzak moet de uitwerpklep aan het maaichassis
steeds gesloten zijn (naar onder geklapt).
Summary of Contents for 54-PRO A
Page 2: ...A1 C1 E1 54 PRO A 54 PRO VARIO E1 54 PRO VARIO PLUS L1 R1 S1 I Y1 A 54 PRO VARIO PLUS D E...
Page 3: ...F G H 54 PRO VARIO 54 PRO VARIO PLUS J K L M U2 O B4 N N4...
Page 4: ...Q R X 54 PRO VARIO PLUS W Y...
Page 6: ......
Page 48: ......
Page 62: ......
Page 97: ......
Page 98: ......
Page 99: ......