124
8. Opstelling
Houd bij de keuze van de opstel- of montageplaats rekening met de ruimtelijke omstandigheden, zoals de positie van
de dichtstbijzijnde contactdoos etc.
Let bij de keuze van de opstel- of montageplaats ook op dat blootstelling aan direct zonlicht, trillingen, stof, hitte, kou
en vocht moet worden voorkomen. Er mogen zich geen sterke transformatoren of motoren in de nabijheid van het
apparaat bevinden.
Boor of schroef voor het bevestigen van het apparaat niet in de behuizing en plaats geen extra schroeven.
Hierdoor wordt het apparaat beschadigd.
Zorg voor een stabiele opstelplaats of montage aangezien vallende apparaten een aanzienlijk
ongevalgevaar met zich meebrengen.
Door toepassing van diverse laksoorten en polijstmiddelen bij meubilair kan niet worden uitgesloten
dat de poten van het apparaat als gevolg van een chemische reactie zichtbare sporen op meubilair
kunnen achterlaten. Het apparaat dient daarom niet zonder geschikte bescherming op kostbare
meubeloppervlakken te worden geplaatst.
Plaats het apparaat op een vlakke, rechte ondergrond die de belasting van het apparaat kan dragen.
9. Ingebruikname
a) Aansluiting van extra apparaten
Aansluiting van een analoge audioversterker
•
Verbind de audio-ingang van de analoge audioversterker met de aansluiting LINE OUT (13).
•
Verbind de rechter ingang met de aansluiting R aan de linker ingang met de aansluiting L.
Aansluiting van een digitale audioversterker
•
Verbind de audio-ingang van de digitale audioversterker met de aansluiting DIGITAL OUTPUT (12).
•
Wanneer de digitale audioversterker over een optische ingang beschikt, verbindt u deze met de aansluiting
TOSLINK.
•
Wanneer de digitale audioversterker over een coaxiale ingang beschikt, verbindt u deze met de aansluiting
COAXIAL.
Aansluiting van een koptelefoon
•
Aan de aansluiting (2) kunt u, indien nodig, een koptelefoon aansluiten.
•
Verbind de stekker van de koptelefoon met de aansluiting (2).
•
Indien de stekker van de koptelefoon niet past, kunt u een geschikte adapter gebruiken.
Het volume van de koptelefoon wordt bijgesteld door aan de draaiknop TUNE/SELECT (9) te draaien.