115
Montagehandleiding afbeelding 10 (C-2):
Bevestig de aluminium bodemplaat uit afbeelding 4 aan de chassisbehuizing met vier verzonken schroeven M3 x 10.
Op afbeelding 10 ziet u het aanzicht zowel van boven als van onderen.
Het differentieelhuis wordt met de overige zes verzonken schroeven M3 x 10 op de aluminium bodemplaat geschroefd.
Ten slotte moet de enkele schroef met ronde kop M3 x 10 (deze is duidelijk gemarkeerd in afbeelding 10) van onderaf
in de motormontageplaat worden geschroefd.
Het transparante deksel en de overige schroeven in zak C-3 zijn pas nodig in afbeelding 18.
Montagehandleiding afbeelding 11 (D-1):
In de afbeelding ziet u de componenten van de voorgemonteerde bovenste draagarm.
Belangrijk!
De twee messing hulzen “A” en “B” verschillen in breedte. Bovendien heeft de messing huls “A” een afge-
vlakte rand - deze moet bij het monteren van de bovenste draagarmen (afbeelding 12) in de richting van
de wieldraagarm/band wijzen.
Montagehandleiding afbeelding 12 (D-2):
Draai de twee schroeven 3 x 22 in de onderste openingen van de demperbrug (let op de juiste oriëntatie, de platte
kant van de demperbrug wijst naar de motormontageplaat).
Plaats de twee bovenste draagarmen (zie afbeelding 11) op de schroef 3 x 22. Let er daarbij op dat de draagarm met
de juiste kant (messing huls “B”) is bevestigd (zie afbeelding 11).
Steek nu de demperbrug van achteren in het differentieelhuis en schroef deze vast met de twee schroeven M3 x 10.
Onze tip:
U kunt de in afbeelding 2 geïnstalleerde achterbumperbescherming tijdelijk demonteren (draai de twee
verzonken schroeven los) zodat de twee schroeven M3 x 10 gemakkelijker toegankelijk zijn.
Steek nu de demperbrug van achteren in het differentieelhuis en schroef deze vast met de twee schroeven M3 x 10.
Bevestig de verstevigingsbeugel tussen het differentieelhuis en de achterbumperbescherming met de twee schroeven
M3 x 12 en M3 x 16 (zie afbeelding 12).
Montagehandleiding afbeelding 13 (E-1):
Plaats de bijbehorende kogellagers in elk van de twee wieldraagarmen. Plaats vervolgens de wielassen van binnenuit
er doorheen.
In de wielas is een gat - hier wordt de meeneempen ingestoken. Als laatste wordt de wielmeeneemmoer in de juiste
richting bevestigd (aan één kant van de wielmeeneemmoer zit een gleuf, deze moet precies op de meeneempen
zitten). Pas hierbij geen kracht toe.
Belangrijk!
De twee wieldraagarmen zijn niet identiek, maar een van de twee is bedoeld voor de linkeras (L), de andere
voor de rechteras (R). Als u van bovenaf naar de wieldraagarm kijkt, ziet u het verschil.
Summary of Contents for 2347928
Page 138: ...138 ...
Page 139: ...139 ...