81
9. Ingebruikname
a) Carrosserie verwijderen
Trek de veiligheidsclips eruit verwijder de carrosserie naar boven.
b)
Rijregelaar configureren
De rijregelaar beschikt over twee jumpers via welke de
rijfunctie en het accutype geconfigureerd kunnen worden.
Jumper “MODE” (A): Hier kan de bedrijfsmodus worden
gekozen (“Boat” = boot). Laat deze jumper op positie
“Crawler” staan.
Jumper “BATT” (B): Stel hier in welke rij-accu op de rijre
-
gelaar wordt aangesloten (LiPo- of NiMH rij-accu).
Belangrijk!
Indien u een LiPo-accu gebruikt en u stelt het
accutype in op NiMH, dan wordt de accu te ver
ontladen en hierdoor onherstelbaar bescha-
digd.
Let er daarom altijd op dat u het juiste accutype
instelt voordat u met het voertuig rijdt.
Bij de instelling “LiPo” reduceert de rijregelaar bij een ac-
cuspanning onder 6,5 V het motorvermogen op 50 %.
Bij een accuspanning onder 6,0 V schakelt de rijregelaar
de motor uit. Op deze manier wordt de LiPo rij-accu be
-
schermd tegen diepte ontlading.
Bij de instelling “NiMH” wordt het motorvermogen bij een
accuspanning onder 4,5 V gereduceerd; de motor wordt
bij een accuspanning onder 4,0 V uitgeschakeld.
c) Batterijen/accu's in de zender plaatsen
Open het batterijvak op de zender en plaats daar ofwel de batterijen ofwel volledig opgeladen accu's. Let bij het
plaatsen op de juiste polariteit (plus/+ en min/-), zie opdruk in het batterijvak. Sluit het batterijvak weer.
Lees bovendien ook de apart meegeleverde gebruiksaanwijzing van de zender.