- Zorg ervoor dat de tuit goed is geplaatst
voordat u het apparaat doorspoelt of koffie
zet.
- Spoel het koffiezetapparaat vóór het eerste
gebruik door met vers water (zie het
hoofdstuk 'Eerste gebruik'). Hierdoor wordt
het systeem gevuld met water, wat zeer
belangrijk is voor de juiste werking van het
apparaat.
- Onderbreek het ontkalkingsproces nooit.
- Gebruik nooit een ontkalker op basis van
mineraalzuur zoals zwavelzuur, zoutzuur,
sulfaminezuur of azijnzuur (bijv. azijn). Deze
ontkalkers kunnen het apparaat
beschadigen.
- Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor
normaal huishoudelijk gebruik. Het apparaat
is niet bedoeld voor gebruik in
personeelskeukens van bijvoorbeeld winkels,
kantoren, boerderijen of vergelijkbare
werkomgevingen. Het apparaat is ook niet
bedoeld voor gebruik door gasten in hotels,
motels, bed en breakfast en andere
verblijfsaccommodaties.
- Neem de thermoskan niet uit elkaar.
- Dompel de thermoskan nooit in water of een
andere vloeistof; hierdoor zou water tussen
de wanden van de thermoskan kunnen
lopen.
- De thermoskan is niet
vaatwasmachinebestendig.
- Om lekkage te voorkomen dient u de
thermoskan altijd rechtop te houden
wanneer deze gevuld is.
- Tijdens het koffiezetten en zolang het lampje
knippert, is de filterhouder gevuld met hete
koffie.
Algemene beschrijving
1
1-kops padhouder
2 2-kops padhouder
3 Verdeelschijf
4 Ring opvangbak
5 Lekbak
6 CALC-lampje
7 Kanknop
8 2-kops knop
9 1-kops knop
10 Deksel van waterreservoir
11 Waterreservoir
12 Deksel van filterhouder
13 Filterhouder
14 Deksel van thermoskan
15 Thermoskan
16 Maatlepel
Elektromagnetische velden
Dit Philips-apparaat voldoet aan alle toepasbare richtlijnen en voorschriften
met betrekking tot blootstelling aan elektromagnetische velden.
Eerste gebruik
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, wordt een
automatische doorspoelcyclus gestart, ongeacht welke knop u indrukt.
1
Steek de stekker in een geaard stopcontact.
2 Verwijder het waterreservoir uit het apparaat en verwijder vervolgens het
deksel van het waterreservoir (Fig. 2).
3 Maak het waterreservoir goed schoon in warm water, desgewenst met
wat afwasmiddel.
4 Vul het waterreservoir tot aan de MAX-aanduiding (Fig. 3) met schoon,
koud water.
5 Plaats het deksel terug op het waterreservoir en plaats het
waterreservoir terug op het apparaat (Fig. 4).
6 Plaats de 1-kops padhouder in het koffiezetapparaat. Sluit het deksel en
controleer of het goed vergrendeld (Fig. 5) is.
7 Verwijder de lekbak van het plateau en plaats een kom (met een inhoud
van minstens 1 liter) of de kan onder de koffie-uitloop (Fig. 6).
8 Druk op een van de knoppen op het bedieningspaneel. Alle drie de
lampjes beginnen te knipperen (Fig. 7).
9 De doorspoelcyclus wordt gestart. Tijdens de doorspoelcyclus wordt het
systeem gevuld met water uit het waterreservoir. Het apparaat maakt
daarbij meer geluid dan tijdens het koffiezetten.
10 Wanneer het waterreservoir leeg (Fig. 8) is, wordt het apparaat
automatisch uitgeschakeld.
11 Maak na de eerste doorspoelcyclus de collectorring en de padhouder
schoon met warm water en wat afwasmiddel of in de vaatwasmachine.
Spoel de isolatiekan af onder de kraan.
Een kan filterkoffie zetten
1
Open het deksel van het apparaat (Fig. 9).
2 Verwijder de padhouder, indien aanwezig (Fig. 10).
3 Verwijder de lekbak, indien aanwezig.
4 Vul het waterreservoir met schoon, koud water tot het juiste niveau voor
het aantal kopjes koffie dat u wilt zetten en plaats het waterreservoir
terug op het apparaat (Fig. 11).
5 Spoel de thermoskan met warm kraanwater om deze voor te verwarmen.
Tip: Zet ten minste een halve kan koffie om de lekkerste en warmste
koffie te krijgen.
6 Plaats de filterhouder boven op de thermoskan (Fig. 12).
7 Open het deksel van de filterhouder.
8 Plaats een filterzakje (nr. 102) in de filterhouder. Vouw de randen van het
filterzakje om zodat het filter niet naar binnen klapt tijdens het
koffiezetten (Fig. 13).
9 Schep met de maatlepel de benodigde hoeveelheid voorgemalen koffie
in het filter (Fig. 14).
Tip: Gebruik één maatlepel voorgemalen koffie per kop. Gebruik een
volle, onafgestreken maatlepel voor sterke koffie en een afgestreken
maatlepel voor milde koffie.
10 Sluit het deksel van de filterhouder.
11 Schuif de thermoskan op het plateau van het apparaat (Fig. 15).
12 Druk op de kanknop om het koffiezetten (Fig. 16) te starten.
-
Het lampje in de kanknop begint te knipperen en het koffiezetten
wordt gestart (Fig. 17).
-
Wanneer al het water uit het waterreservoir door het filter is gelopen,
gaat het lampje in de kanknop uit en wordt het apparaat automatisch
uitgeschakeld.
13 U kunt nu de thermoskan van het apparaat (Fig. 18) verwijderen.
14 Verwijder de filterhouder van de thermoskan (Fig. 19).
Tip: U kunt de filterhouder op de lekbak plaatsen terwijl u koffie uit de
kan (Fig. 20) schenkt. Zo voorkomt u dat er koffie op uw aanrecht lekt.
15 Plaats het deksel op de thermoskan en draai het naar de
warmhoudstand (‘vergrendeld slot’-symbool) (Fig. 21).
16 Druk op de hendel van het deksel om een of meer koppen (Fig. 22)
koffie uit de kan te schenken.
Koffiezetten met pads
Eén kop padkoffie zetten
1
Vul het waterreservoir met schoon, koud water tot de MAX-aanduiding
en plaats het terug op het apparaat (Fig. 3).
Opmerking: De MIN-aanduiding op het waterreservoir geeft de minimale
hoeveelheid water aan die nodig is om padkoffie te zetten. Vul het
waterreservoir altijd tot boven het MIN-niveau.
2 Steek de stekker in een geaard stopcontact.
3 Open het deksel van het apparaat door de hendel omhoog (Fig. 9) te
bewegen.
4 Plaats de lekbak op het plateau van het apparaat (Fig. 23).
5 Plaats één pad in de 1-kops padhouder met de bolle zijde naar beneden
(Fig. 24).
Opmerking: Zorg dat de padhouder schoon is en dat het zeefje in het
midden niet verstopt is, bijvoorbeeld met koffiedik.
Opmerking: Zorg dat de koffie in de pad gelijkmatig is verdeeld en druk
de pad licht aan in de padhouder.
6 Plaats de 1-kops padhouder in het apparaat en sluit het deksel (Fig. 5).
7 Plaats een kop op de lekbak (Fig. 25).
8 Druk op de 1-kops knop om koffie (Fig. 26) te zetten.
-
De knop begint te knipperen en het apparaat wordt opgewarmd (Fig.
27).
-
Wanneer de opwarming is voltooid, begint het apparaat met
koffiezetten (Fig. 28). Na het koffiezetten wordt het apparaat
automatisch uitgeschakeld.
9 Verwijder na gebruik de koffiepad door de padhouder uit het apparaat te
nemen en te legen (Fig. 10).
Let op: Doe dit voorzichtig, aangezien er nog wat heet water/hete
koffie op de koffiepad(s) kan liggen.
Let op: Gebruik nooit gewone gemalen koffie of gescheurde pads in het
apparaat, aangezien het hierdoor verstopt raakt.