
NL
61
31.
Als het netsnoer beschadigd is, mag
het alleen door de fabrikant of een er-
kend servicecentrum worden vervan-
gen om het risico van een elektrische
schok of productstoring te voorkomen.
32.
Bewaar deze instructies.
Raadpleeg ze
regelmatig en gebruik ze om anderen te
instrueren die dit apparaat gebruiken. Als
u iemand dit apparaat uitleent, leen hem
dan ook deze instructies uit.
33.
Wanneer de machine in bedrijf is, kun-
nen veel onderdelen van de machine
een hoge temperatuur veroorzaken.
Gebruik de nodige persoonlijke bescher-
mingsmiddelen, zoals handschoenen, om
verwondingen als gevolg van hoge tempe-
raturen te voorkomen
34. Vermijd zware belastingen op het leiding-
systeem door gebruik te maken van flexi-
bele slangaansluitingen om knikken te
voorkomen.
35. Controleer regelmatig het oliepeil en vul
indien nodig olie bij. Voer regelmatig een
volledige olieverversing uit. Gebruik alleen
olie die voldoet aan het hoofdstuk "Tech-
nische gegevens". Houd de koelribben
schoon.
36. De in het hoofdstuk "Technische gege-
vens" aangegeven maximale hellingshoek
niet overschrijden.
MACHINESPECIFIEKE VEILIGHEIDSWAAR-
SCHUWINGEN VOOR SPUITPISTOLEN
a)
Spuit alleen coatingmaterialen (verven,
vernissen, lakken, glazuren, enz.) met
een vlampunt van 55 °C en hoger zonder
extra waarschuwing
. Gevaarklassen A II
en A III (Duitse classificatie van coating-
materiaal, zie materiaalverpakking).
b)
Zorg ervoor dat het spuitpistool niet
wordt gebruikt op werkplekken waar-
voor regelgeving inzake explosiebe-
scherming geldt.
c)
Uit de buurt houden van ontstekings-
bronnen zoals open vuur, brandende
sigaretten, sigaren of pijpen, vonken,
gloeiende draden en hete oppervlakken
bij het spuiten.
d)
Spuit geen materialen waarvan het ge-
vaarpotentieel onbekend is.
e)
Bewaar of consumeer geen voedsel of
drank in de werkplaats.
Verfdampen zijn
schadelijk voor de gezondh.eid.
f)
Gebruik het spuitpistool niet om brand-
bare materialen te spuiten.
g)
Reinig het spuitpistool niet met ont-
vlambare oplosmiddelen (vlampunt on-
der 55 °C).
h)
Houd rekening met het gevaar dat ge-
spoten materiaal kan opleveren.
Neem
de informatie en specificaties van de ma-
terialen in acht.
i)
Draag een ademmasker en oogbescher-
ming tijdens het spuiten.
j)
Richt het spuitpistool nooit op uzelf, an-
dere mensen of dieren.
k)
Zorg ervoor dat er geen dampen van op-
losmiddelen in het spuitpistool worden
gezogen.
l)
Zorg voor adequate ventilatie bij werken
binnenshuis.
m)
Let op de wind bij werken buitenshuis,
deze kan het spuitmateriaal over grote-
re afstanden dragen en schade veroor-
zaken.
n)
Alleen gebruiken in werkplaatsen gro-
ter dan 30 m
3
met voldoende ventilatie
tijdens het spuiten en drogen.
o)
De PVC-drukslang mag niet in contact
komen met terpentine, butylalcohol of
methyleenchloride.
Deze vloeistoffen ver-
nietigen de drukslang.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
1.
Sluit het apparaat altijd aan op een
stopcontact dat voldoet aan de vereis-
ten die worden beschreven in de tech-
nische gegevens of op het typeplaatje
op de achterkant van het apparaat.
Ge-
bruik dit product niet op gelijkstroom (DC).
Een aanzienlijke spanningsval zal vermo-
gensverlies en oververhitting van de motor
veroorzaken. Als de luchtcompressor niet
werkt wanneer deze op een stopcontact
is aangesloten, moet u de stroomtoevoer
dubbel controleren.
Summary of Contents for PE-3050
Page 18: ...DE 18...
Page 36: ...FR 36...
Page 54: ...IT 54...
Page 104: ...CZ 104...
Page 122: ...SK 122...
Page 140: ...RO 140...