23
Controlar la eyección de la nieve
ADVERTENCIA: Las máquinas quitanieves tienen partes rotantes expuestas, que pueden causar heridas graves
por contacto, o por material lanzado desde el conducto de eyección. Mantener siempre el área de operación libre
de toda per so na, niños pequeños y animales domésticos
,
incluso du rante la puesta en marcha.
ADVERTENCIA: Si se atasca el conducto de descarga o la barrena, apague el motor y espere a que se detengan
todas las piezas móviles. Utilice la herramienta de limpieza suministrada, NO LAS MANOS, para desatascar el
conducto de descarga o la barrena.
La DIRECCIÓN en la que se lanza la nieve se controla mediante la palanca del mando del conducto de eyección (G).
•
Para cambiar la posición del conducto de eyección (H), empujar hacia abajo la palanca del mando del conducto de eyec-
ción y mover la palanca hacia la izquierda o la derecha hasta que el conducto esté en la posición deseada. Cerciorarse
de que la palanca se suelte y se quede bloqueada en la posición deseada.
La DISTANCIA a la que se lanza la nieve se controla mediante la posición del deflector del conducto (J). Colocar el deflector
bajo para lanzar nieve a breve distancia; colocarlo más alto para lanzar la nieve más lejos.
•
Presionar hacia abajo la palanca (K) del mando remoto del deflector y mover la palanca hacia adelante para bajar el de-
flector y reducir la distancia. Mover la palanca hacia atrás para levantar el deflector y aumentar la distancia. Asegurarse
de que la palanca vuelva en su lugar y se fije en la posición deseada.
Het bedienen van de sneeuwuitstoot
WAARSCHUWING: Sneeuwruimers hebben open roterende onderdelen, die ernstige verwondingen kunnen vero-
orzaken bij contact of bij contact met materiaal dat in de afvoertrechter terecht is gekomen en is uitgestoten. Houd
het schoon te maken gebied altijd vrij van personen, kleine kinderen en huisdieren, ook tijdens het opstarten.
WAARSCHUWING: Als de uitlooptrechter of avegaar verstopt raakt, schakel de motor uit en wacht tot alle beweg-
ende onderdelen zijn gestopt. Gebruik het schoonmaakgereedschap dat is meegeleverd en NIET UW HANDEN om
de uitlooptrechter en/of avegaar te ontstoppen.
De RICHTING waarin de sneeuw wordt uitgestoten, kunt u regelen met de stuurknuppel voor de afvoertrechter.
•
Om de positie van de afvoertrechter (H) te veranderen, dient u de stuurknuppel naar beneden te drukken en naar links of
rechts te bewegen totdat de schacht in de gewenste positie staat. Zorg dat de veer terugspringt en in de gewenste positie
vergrendelt.
De AFSTAND waarover de sneeuw wordt uitgestoten, kunt u regelen met de deflector van de afvoertrechter (J). Zet de deflector
laag om de sneeuw over een kleine afstand uit te stoten; zet de deflector hoger om de sneeuw verder uit te stoten.
•
Druk de stuurknuppel van de deflector (K) naar beneden en beweeg de knuppel voorwaarts om de deflector naar beneden
te richten en de afstand te verkleinen. Beweeg de knuppel achterwaarts om de deflector omhoog te richten en de afstand
te vergroten. Zorg ervoor dat de veer terugspringt en in de gewenste positie vergrendelt.
Regolare la bocca di scarico della neve
PERICOLO: gli spazzaneve presentano delle parti rotanti esposte, che possono provocare gravi lesioni qualora
vengano in contatto con persone o con materiale proveniente dalla bocca di scarico. Tenere lontane le persone, i
bambini e gli animali, dalla zona in cui si sta operando, anche in fase di avvio della macchina.
PERICOLO: Se il deflettore di scarico o la trivella sono ostruiti, spegnere il motore e attendere che tutte le parti in
movimento si arrestino. Utilizzare lo strumento di pulizia in dotazione, NON LE MANI, per eliminare l’ostruzione
del deflettore di scarico o della trivella.
La DIREZIONE in cui viene spazzata la neve è controllata dalla leva di controllo della bocca di scarico (G).
•
Per modificare la posizione della bocca di scarico (H), premere verso il basso sulla leva di regolazione della bocca di scarico
verso sinistra o verso destra, fino a quando la bocca non abbia raggiunto la posizione desiderata. Assicurarsi che la leva
torni e si blocchi nella posizione desiderata.
La DISTANZA a cui la neve viene spazzata è controllata dalla posizione del deflettore di scarico (J). Regolare il deflettore in
basso per un getto a breve distanza, più in alto per gettare la neve più lontano.
•
Premere verso il basso sulla leva di telecomando del deflettore (K) e spostare la leva in avanti per abbassare il deflettore
e diminuire la distanza a cui viene gettata la neve. Assicurarsi che la leva torni e si blocchi nella posizione desiderata.