99
NL/BE
z
Aanpassing van het
apparaat voor lassen
met gevulde draad
zonder beschermgas
Wanneer u de gevulde draad met geïn-
tegreerd beschermgas gebruikt, hoeft
er geen extern beschermgas worden
aangevoerd.
Verbind eerst de stekker
9
met de
met "-" gemarkeerde aansluiting en
dr
aai deze met de wijzers van de
klok mee om te fixeren. Raadpleeg
een vakman, wanneer u twijfelt.
Verbind dan de massakabel
6
met
de dienovereenkomstig met "+"
gemarkeerde aansluiting en draai
deze met de wijzers van de klok mee
om te fixeren.
z
Vuldraad aanbrengen
Ontgrendel en open de afdekking
voor de draadaanvoereenheid
1
door de ontgrendelknoppen
39
omhoog te drukken (zie afbeelding T).
Ontgrendel de roleenheid door de
rolhouder
34
met de wijzers van
de klok mee te draaien (zie afbeel-
ding G).
Trek de rolhouder
34
van de as af
(zie afbeelding G).
Aanwijzing:
let erop dat het uiteinde
van de draad niet loskomt waardoor de
rol op eigen kracht afrolt. Het uiteinde
van de draad mag pas tijdens de
montage worden losgemaakt.
Pak de vuldraad-lasspoel
17
volledig
uit, zodat deze ongehinderd kan
worden afgerold. Maak het uiteinde
van de draad echter nog niet los.
Plaats de draadrol op de as. Let
erop dat de rol op de zijde van de
draaddoorvoer
35
wordt afgewikkeld
(zie afbeeldingen H, N).
Plaats de rolhouder er
34
weer op en
vergrendel deze door aan te drukken
en tegen de wijzers van de klok in te
draaien (zie afbeelding H).
Draai de stelschroef
31
los en zwenk
deze naar voren (zie afbeelding I).
Draai de drukroleenheid
32
naar de
zijkant weg (zie afbeelding J).
Maak de aanvoerrolhouder los
33
door tegen de wijzers van de klok
in te draaien en trek deze er naar
voren af (zie afbeelding K).
Controleer op de bovenzijde van de
aanvoerrol
19
, of de juiste draad-
dikte is aangegeven. Indien nodig
moet de aanvoerrol worden omge-
draaid of vervangen. De meegele-
verde lasdraad (Ø 0,8 mm) moet
in de aanvoerrol
19
met de aange-
geven draaddikte van Ø 0,8 mm
worden gebruikt. De draad moet
zich in de voorste groef bevinden!
Plaats de aanvoerrolhouder
33
er
terug op en schroef deze met de
wijzers van de klok mee vast. Let op
de correct uitlijning van de aanvoer-
rolhouder (zie afbeeldingen I, J).
Verwijder het toortsmondstuk
37
door
tegen de wijzers van de klok in te
trekken en te draaien (zie afbeel-
ding L).
Schroef het lasmondstuk
16
eruit (zie afbeelding L).
Leid de toorts
7
zo recht mogelijk
van het lasapparaat weg (leg deze
op de grond).
Neem het uiteinde van de draad uit
de spoelrand (zie afbeelding M).
Kort het uiteinde van de draad in
met een draadschaar of een zijknip-
tang om het beschadigde gebogen
uiteinde van de draad te verwijderen
(zie afbeelding M).
Aanwijzing:
de draad moet heel de
tijd gespannen worden gehouden,
Lassen met gevulde draad