91
NL/BE
alleen een lassers-lasscherm
met goedgekeurd bescherm-
glas volgens DIN. De vlam-
boog geeft behalve licht- en
warmtestralen, die verblinding
resp. verbranding veroorza-
ken, ook UV-stralen af. Deze
onzichtbare ultraviolette stralen
veroorzaken
bij onvoldoende
bescherming zeer pijnlijke
bindvliesontsteking die pas
enkele uren later wordt opge-
merkt. Daarnaast veroorzaken
UV-stralen op onbeschermde
lichaamsdelen verbrandingen
zoals bij zonnebrand.
Ook personen of assistenten die
zich in de buurt van de vlam-
boog bevinden, moeten op de
gevaren worden gewezen en
met de nodige beschermende
middelen zijn uitgerust. Stel,
indien nodig, schermen op.
Tijdens lassen, vooral in kleine
ruimtes, dient voor voldoende
toevoer van frisse lucht te wor-
den gezorgd, omdat rook en
schadelijke gassen ontstaan.
Aan containers waarin gassen,
brandstoffen, minerale oliën of
dergelijke worden opgeslagen,
mogen – ook wanneer ze
reeds lang geleden werden
leeggemaakt – geen laswerk-
zaamheden worden uitge-
voerd, omdat door restanten
explosiegevaar bestaat.
In brand- en explosiegevaar-
lijke ruimtes gelden speciale
voorschriften.
Lasverbindingen die aan
grote belastingen worden
blootgesteld en aan bepaalde
veiligheidseisen moeten
voldoen, mogen alleen door
speciaal daartoe opgeleide
en beproefde lassers worden
uitgevoerd. Voorbeelden zijn
drukketels, geleiderails, aan-
hangwagenkoppelingen enz.
LET OP!
Sluit de massaklem
altijd zo dicht als mogelijk bij
de lasnaad aan, zodat de
lasstroom de kortst mogelijke
weg van de elektrode naar de
massaklem kan nemen. Ver-
bind de massaklem nooit met
de behuizing van het lasappa-
raat! Sluit de massaklem nooit
aan op geaarde delen, die ver
van het werkstuk verwijderd
liggen, bijv. een waterleiding
in een andere hoek van de
ruimte. Anders zou het kun-
nen dat het aardingssysteem
van de ruimte waarin u last,
beschadigd wordt.
Gebruik het lasapparaat niet
in de regen.
Veiligheidsaanwijzingen