Parker Hyperchill Plus ICEP002, User Manual, Page: 79 / 177

Nederlands
5 / 8
ICEP002-005
4.4.2 Temperatuurregeling
PARAMETER CODE TYPE STANDAARD
Instelpunt temperatuurregeling
SEt
D
--
Instelpunt temperatuurregeling
“
CPt
=
On
”
SEt
D
20.0
Verschil temperatuurregeling
(Niet zichtbaar met code “
CPt
=
On
”)
dIFI
D
4.0
4.4.3 Parameters compressor
PARAMETER CODE TYPE STAN-
DAARD
Minimumtijd 'aan'.
dAS
F
2
Minimumtijd tussen twee inscha-
kelingen van de compressor.
dES
F
5
Urenteller compressor 1
CIH
D
0
4.4.4 Parameters sensor B1, B2
PARAMETER CODE TYPE STANDAARD
Alarm hoge temperatuur (water)
HA1
D
60
Alarm lage temperatuur (water)
LA1
U
-20
Alarm hoge temperatuur
(Verdamper)
HA2
U
60
Alarm lage temperatuur
(Verdamper)
LA2
U
3
4.5 Verandering parameters
4.5.1 Parameters (
SEt
/
dIFI
/
dEF
)
Fig.2
set
set
set
set
set
PAr
esc set
Y
Y
set
Y
P_nA tEr
CnP r9E
Y Y
PbI
Y Y
Ar9
Y
HA1
Y
C1H
Y
Y
C1H2
SEt
Y
diFI
CF30 CF31 CF32
dEF
Y
Y
Y
Y
Y
rE
Y
4.5.2 Temperatuurinstelling (zie afb. 1/2)
1. Zet de hoofdschakelaar (QS) op “ON” en wacht tot “
OFF
” wordt
weergegeven.
2. Druk tegelijk op de toetsen “
esc
” “
set
” om het parametertype “ D”
te openen.
3. Selecteer de parameter “
PAr
” via de toetsen “ ” en “ ” en
druk op de toets “
set
” om te openen.
4. Selecteer de parameter “
tEr
” via de toetsen “ ” en “ ” en
druk op de toets “
set
” om te openen.
5. Selecteer de parameter “
SEt
” via de toetsen “ ” en “ ” en
druk op de toets “
set
” om te openen.
6. Wijzig de waarde via de toetsen “ ” en “ ” en druk op de
toets “
set
” om te bevestigen en af te sluiten.
7. Druk drie keer op de toets “
esc
” om af te sluiten.
4.5.3 Differentieelinstelling (zie afb. 1/2)
1. Zet de hoofdschakelaar (QS) op “ON” en wacht tot “
OFF
” wordt
weergegeven.
2. Druk tegelijk op de toetsen “
esc
” “
set
” om het parametertype “ D”
te openen.
3. Selecteer de parameter “
PAr
” via de toetsen “ ” en “ ” en
druk op de toets “
set
” om te openen.
4. Selecteer de parameter “
tEr
” via de toetsen “ ” en “ ” en
druk op de toets “
set
” om te openen.
5. Selecteer de parameter “
diFI
” via de toetsen “ ” en “ ” en
druk op de toets “
set
” om te openen.
6. Wijzig de waarde via de toetsen “ ” en “ ” en druk op de
toets “
set
” om te bevestigen en af te sluiten.
7. Druk drie keer op de toets “
esc
” om af te sluiten.
4.5.4 Default parameters (zie afb. 1/2)
1. Zet de hoofdschakelaar (QS) op “ON” en wacht tot “
OFF
” wordt
weergegeven.
2. Druk tegelijk op de toetsen “
esc
” “
set
” om het parametertype “ D”
te openen.
3. Selecteer de parameter “
PAr
” via de toetsen “ ” en “ ” en
druk op de toets “
set
” om te openen.
4. Selecteer de parameter “
P_nA
” via de toetsen “ ” en “ ” en
druk op de toets “
set
” om te openen.
5. Selecteer de parameter “
dEF
” via de toetsen “ ” en “ ” en
druk op de toets “
set
” om te openen.
6. Wijzig de waarde van “
OFF
” naar “
On
” via de toetsen “ ” en “
” en druk op de toets “
set
” om te bevestigen en af te sluiten.
7. Druk drie keer op de toets “
esc
” om af te sluiten.