- 50 -
NL
/LLRQDFFX
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
>$FFXODGHU@
Opladen
23*(/(7
1) Als de temperatuur van de accu lager
ZRUGWGDQRQJHYHHUí&]DOKHW
opladen automatisch stoppen om een
verslechtering van de toestand van de
accu te voorkomen.
2) De optimale omgevingstemperatuur is
tussen 0°C (32°F) en 40°C (104°F).
Als de accu wordt gebruikt terwijl de
temperatuur van de accu lager is dan 0°C
(32°F), kan het voorkomen dat het elek-
trisch gereedschap niet goed functioneert.
3) Gebruik de lader bij een temperatuur
tussen de 0°C en de 40°C en laad de
accu op bij een temperatuur die vergelijk-
baar is met de temperatuur van de accu
zelf. (Er mag niet meer dan 15°C verschil
zijn tussen de temperatuur van de accu en
de temperatuur van de oplaadlocatie.)
4) Laat een koude accu (kouder dan 0°C
(32°F)), voordat deze wordt opgeladen in
een warme omgeving, eerst minimal een
uur in deze ruimte liggen om op tempera-
tuur te komen.
5) Laat de lader afkoelen wanneer u meer
dan twee accu’s na elkaar oplaadt.
6) Steek uw vingers niet in de contactope-
ning wanneer u de lader vastpakt.
7) Om brandgevaar en beschadiging van de
acculader te voorkomen.
• Voorkom dat de ventilatiegaten van de
lader en de accu worden bedekt.
• Maak de acculader los wanneer deze niet
wordt gebruikt.
8) Berg de oplader op bij een temperatuur
van tussen de 0 en 40 °C. Laad de accu
op bij een temperatuur die dicht bij de
opbergtemperatuur ligt.
• Als de accu wordt opgeladen bij een
temperatuur onder de 0 °C, resulteert een
volledige oplaadbeurt maar in ongeveer
50% van een normale oplaadbeurt. Begin
met opladen na 1 uur of meer en bij de
voorgeschreven temperatuur.
9) Laad niet op in een slecht geventileerde
ruimte.
230(5.,1*
De accu is niet volledig opgeladen wanneer
u deze koopt. Laad de accu daarom voor
gebruik op.
Hoe opladen
1. Steek de lader in een stopcontact.
230(5.,1*
Wanneer de stekker in het stopcontact
wordt gestoken, kunnen er vonken
ontstaan, maar dit is niet gevaarlijk.
2. Plaats de accu stevig in de lader.
1
Zet de uitlijntekens tegenover elkaar en
plaats de accu in de acculader.
230(5.,1*
Op niet alle accu’s wordt het uitlijningsteken
(Q) weergegeven (op pagina 2).
2
Schuif de accu in de richting van de pijl
naar voren. [Fig.7
]
3. De laadindicator licht op tijdens het laden.
Wanneer de accu is geladen, wordt automa-
tisch een interne elektronische schakeling
geactiveerd die voorkomt dat de accu wordt
overladen.
• Wanneer de accu heet is, zal deze niet
worden opgeladen (bijvoorbeeld direct na
intensief gebruik).
De oranje standby-indicator knippert tot de
accu is afgekoeld.
Vanaf dat moment wordt de accu automa-
tisch opnieuw geladen.
4. De laadindicator (groen) knippert langzaam
wanneer de accu ongeveer 80% is opgela-
den.
5. Wanneer het opladen is voltooid, zal de
groene laadindicator uitgaan.
Summary of Contents for EY75A8
Page 171: ...171...