Installatiegids
OPGELET
: AIs de muurbalken niet goed op elkaar, zonder openingen, worden aangedrukt, is het mogelijk dat
de hoogste niet op dezelfde hoogte zit met de topbalken. In dit geval dient U de muurbalken zover als nodig
naar beneden te kloppen of de topbalk of zijmuur wat bijschaven.
Dak
Let er, vooraleer de dakpanelen te plaatsen, op dat het tuinhuis volledig vlak staat. Gebruik de
waterpas om alle muren te controleren.
OPGELET
: Gebruik bij het plaatsen van het dak een stabiele ladder. Betreedt het dak niet want dit is
enkel voorzien voor het dragen van een gelijkmatig verdeelde last (sneeuw, wind, enz.), en niet voor
plaatselijke belasting!
Begin bij de montage van de dakpanelen aan de voorkant van het dak. Sla de individuele borden
lichtjes tegen elkaar en vernagel ze zowel boven als onder aan de dakpanelen en aan de bovenste
wandplanken.
OPGELET
: Let erop dat de dakpanelen niet te vast aan mekaar bevestigd worden, zo vermijdt U
eventuele door vochtigheid veroorzaakte zwellingen. Laat een tussenruimte van ong. 1 mm tussen de
panelen zodat het hout nog kan ‘werken’.
•
Let bij het het hele dak op dat de absolute parallelliteit van de drupkanten en op de gelijkblijvende
oversteek en gelijkmatige opbouw op de eerste gording. Gelieve dit met een koord te controleren
of met de zijdelingse druppanelen die U ter controle plaatst.
•
De dakpanelen moeten voor- en acteraan zorgvuldig aansluiten op de gordingen. Zonodig de
laatste dakpanelen smaller zagen.
Wanneer de dakpanelen geplaatst zijn, moet de roofing
en daklijsten aangebracht worden.
Of de dakbedekking en –lijsten bij het pakket horen,
verwijzen we naar de stuklijst.
Schroef eerst de dakrandversterkingen en –lijsten onder
de uiteinden van de dakpanelen (indien meegeleverd).
Breng daarna de roofing aan.
Montage van de daklijsten:
Roofing (indien meegeleverd)
Snij voor de dakbedekking banen van de meegeleverde roofing af, overeenkomstig de lengte van het
dak. Begin met het bevestigen van de bitumenbanen aan de onderste zijde van het dak, waarbij u de
banen in de lengte van achter naar voor legt. Laat de eerste baan zijdelings ca. 2-4 cm oversteken
(drupkant). Bevestig de roofing met de bijgeleverde roofinglijmstiften op ca. 15 cm afstand. Let er bij
het aanbrengen van de volgende baan op dat deze de vorige minstens 10 cm overlapt.