71
NL/BE
Overzicht van het apparaat / Voorbereiden van de windmeter en de ...
Toetsen achterkant
Toets
1 x
indrukken
ca. 3 sec.
indrukken
WIND AL
In- en uitschake-
len von wind-
alarm en
windkoelte-alarm
WIND UNIT
Instellen van
windsnelheids-
eenheid (Beau-
fort, mph, m/s,
km/h of knots)
RAIN UNIT
Instellen van
maateenheid
regenhoeveel-
heid (mm of
inch)
Zoeken van het
DCF-77 radio-
signaal
ZONE
Omschakelen
tussen lokale tijd
en wereldtijd
Wereldtijd
instellen
C / F
Omschakelen
van °C naar °F
SNOOZE /
LIGHT
Sluimerfunctie/
achtergrondver-
lichting
Windmeter:
Windvaan met ge-
integreerd kompas
Windrad
Batterijvak
Behuizing met geïntegreerde
thermometer en hygrometer
Zendsignaal
LED
Regenmeter:
Regenwip
Batterijvak
Bladerenzeet
12. Voorbereiden van de windmeter
en de regenmeter en aanmelden
op het weerstation
12.1 Windmeter kalibreren
Zowel bij de eerste ingebruikname evenals bij iede-
re keer dat de batterijen worden vervangen, moet
de windmeter opnieuw gekalibreerd worden. Ga
daarvoor als volgt te werk:
– Voordat u de batterijen plaatst, richt u de wind-
vaan naar het noorden.
– Let erop dat het windrad en de windvaan niet
draaien.
– Plaats de batterijen in de juiste poolrichting (zie
daarvoor onder paragraaf 10. Batterij plaatsen
en vervangen / Windmeter)
– De zendsignaal-LED licht kort op. De windmeter
is nu gekalibreerd.
Noorden
MAST